Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ik vraag mij af
uitspraak: kweetsoender, kwitsoender
vgl. mens wonder
< ‘ik weet des wonder’. (vgl. Eng.: ‘I wonder’)
Soms valt het in het W-Vl de ‘w’ weg voor oo of oe (al is dit een sterk verdwijnend fenomeen). De uitdr. wordt enkel nog in 1ste pers. enkelv. gebruikt
zie: speken
Een beetje speek aan die ring, dan glijdt die gemakkelijk over uw vinger.
speeksel
zie ook: moederkeszalf, speek, spiksel
WNT:
znw. m. Het zelfst. gebruikte klanknabootsende woord tuf voor het geluid dat men bij spuwen maakt.
In het antw. -brabantsche en in het gebied van Deventer.
(Schuermans (1865-1870), V. Schothorst (1904), De Bont (1958)).
1. Speeksel: Doet er wat tuf aan, Corn.-Vervliet (1903)
2. Het eenmaal spuwen: Veur elken tuf krijgde ’en klets, stoute jongen! Corn.-Vervl. (1906).
Als een kind valt, doen we wat ‘tuf’ aan de knie, dan is het rap genezen.
speken, spuwen
tuffer, tufster, vr. die tuft
znw: het getuf
Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tuffen
V.D. 2005: 3.(gewestelijk) spuwen
ook in de Zuiderkempen, regio Mechelen, …
WNT:
onz. zw. ww. Van tuf als klanknabootsend woord.
Spuwen. Gebezigd in Antw., belg. en nederl. Brab., Limb., Geld., Utr. en Ov.
- Hij zal u in ’t aangezicht tuffen, Schuermans (Antw., Kemp., N.-Brab., (1865-1870).
- Men ”tufte” eens op het hout (van de strekellat) en haalde het vervolgens door het zand van een molshoop, V. Vessem (Kalmthout, 1956).
Vroeger stonden in de kerk tufpotten of speekbakken zodat de mannen hun sjiek erin konden tuffen.
Wie doet er mee met een wedstrijdje kersepitten tuffen?
akkoord
ook: t’akkoord zijn met (akkoord zijn (met))
< WNT bij akkoord: Ontleend aan de Fransche zegswijze d’accord, in navolging waarvan men eerst te akkoord, t’akkoord zeide, en vervolgens, met weglating van het voorzetsel, enkel akkoord. In West-Vlaanderen zegt men nog t’akkoord (De Bo (1873)).
Ik ben t’akkoord dan we nu vertrekken.
We zullen eerst gaan eten en dan verder doen. t’Akkoord?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.