Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wam = warm, warmte
vergrotende trap: wammer = warmer
zie ook werrem, weirem
Het is niet zozeer jongerentaal maar het is typisch Kempisch
voor de regio’s Herenthout, Herentals, Mol
Vgl.: plopel ipv proper, rappesant ipv remplaçant.
De zjattekes thee zijn te wam en morgen wordt het zonnig en wammer.
De stoof geeft veel wam (warmte) af.
stijfsel om lijnwaad te stijven
zie ook stessel
Zouden de papnonnen (volksnaam voor de zusters van Vincentius a Paulo) hun naam niet ontleend hebben, omdat ze zoveel stijfpap moesten gebruiken om hun grote kappen te stijven?
restjes, kruimelige overschot, meuzel
Door mijn val bleef er van de koeken alleen wat knapseling over.
Geef de knapseling maar naar de vogels!
bijten, kauwen op een harde korst of taai vlees
< knauwen
Dat stuk vlees kwam zeker van een oude knol.Ik heb er wel een half uur moeten op knaven eer ik het kon doorslikken.
vervanger
zie ook: rappesant
Van Dale:
remplaçant
/rAmplasAnt/
de (m.)
< Fr.
In de buurtwinkel hebben ze eindelijk een ramplasant gevonden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.