Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kuren hebben, dwars zijn
Hij heeft het percies weer in zijn friet, ik zal hem maar stillekes gerust laten.
niet-vloeibare, vaste stroop van appelen en/of peren, de echte van Liège.
syn. voor de vloeibare (bieten-, suiker-, kandijstroop)
zie ook poepgelei, poepsiroop, poepjelei, proes, seroope (v.)
prov. Antw.: siroop (m.)
→ Arabisch al s(h)arab; ooit in Antw. gehoord ‘saroop’
Wil je nog een boterham met siroop? Ja, maar de lekkerste poepsiroop heb ik dit jaar op kamp gegeten.
In de diamantstreek: diamant(steen)
zie ook: het steentje
Als mijn moeder haar steen kwijt was moest ik bidden tot de Heilige Antonius, patroon van de mensen die iets verloren hadden.
bijten, kauwen op een harde korst of taai vlees
< knauwen
Dat stuk vlees kwam zeker van een oude knol. Ik heb er wel een half uur moeten op knaven eer ik het kon doorslikken.
1.niet voor geld 2.voor de schijn.
Kinderen speelden vroeger voor de stompekes. Wie gewonnen had mocht de stompekes geven: “Tien stompekes en ne neep”.
vergelijk doefen, voor ~ spelen
Als we kaarten is het altijd voor de stoempekes.
Ze doen alsof ze vechten maar het is voor de stoempekes.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.