Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
men moet zich riejeiken,om er aan te kunnen.
men moet zich in alle richtingen plooien om dat voorwerp te kunnen vastnemen.
Ik wou graag de box nemen in de berging, maar die stond net te hoog, ik kon me niet genoeg riejeiken en moest de ladder nemen.
zakkenroller; ook pickpocket
Men had ons gewaarschuwd alert te zijn op de trein naar Rome en we waren pas de grens voorbij of een piekpoket had al de portefeuille van onze proost in zijn eigen zak doen verdwijnen.
zakkenroller; ook pickpocket
Men had ons gewaarschuwd alert te zijn op de trein naar Rome en we waren pas de grens voorbij of een piekpoket had al de portefeuille van onze proost in zijn eigen zak doen verdwijnen.
een lap stop rond en rond gedraaid- een futsel
een klein lapje wordt gedraaid en met een koordje vast gemaakt zodat een beursje ontstaat.
Dit beursje wordt dan in suikerwater of honing gedompeld en wordt een fopspeen of futte.
Ze stond heel te tijd met haar sjaal te draaien tot het alleen nog een futsel was.
Moeders waren vindingrijk, bij gebrek aan een fopspeen maakten ze er zelf een; een lapje katoen en suikerwater en ze hadden een futte voor hun kleine.
wonen, verblijven, ambt uitoefenen.
Werd gezegd van pastoors.
Nu staat Mijnheer Icks als pastoor in Ergenshem.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.