Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
extreem mager, uitgemergeld iemand
zie ook biafraan
De Michel is zo mager geworden, die komt precies van Biafra.
flauwvallen, bewusteloos, in zwijm vallen, van zijne center vallen
zie ook klot, van zijne ~ vallen, , vallen, van zijnzelve ~, sus, van zijne ~ draaien, sus, van zijne ~ vallen
WNT: van zijn stek vallen.
In de oorspronkelijke, reeds in het mnl. bekende en nog thans in Z.-Nederl. gewone bet. Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen.
Van zijne(n) stek zijn, van zijne(n) stek geraken, niet in zijnen gewonen toestand zijn, onpasselijk worden, corn.-vervl.
’s Morgens moet ge goed eten, anders kunt ge van uwe stek vallen.
zie ook toespaaien, spoawen
In de lente zal hij dat klein stuk grond eerst moeten omspaaien, een beetje bemesten en dan patatten planten.
figuurlijk: doen botsen, uiteendrijven
" … en ik denk dat het echt belangrijk is, in plaats van iedereen uiteen te carambollen, dat ze ons werk laten doen en dat iedereen in de regering zijn verantwoordelijkheid in deze neemt …" (Maggie De Block in Villa Politica)
gruwelijk, verschrikkelijk, akelig
schreeuwend, schel, fel
ook grellig
Ons geburen hebben een gerellige hond, ik heb er echt schrik van.
Het deed gisteren grellig buiten, het was geen weer om een hond door te jagen.
Wat een gerellige lucht. Sebiet een goei onweer, trekt de priezen (pries) al maar uit (pries, trek die ~ maar uit), dan kan den bliksem al niet inslagen.
Dat schilderij bestaat uit gerellige kleuren en lijnen.
Amai, dat meisje kan gerellig krijsen van schrik als een grote hond in haar buurt komt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.