Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    biafra, van ~ komen
    (uitdr.)

    extreem mager, uitgemergeld iemand

    zie ook biafraan

    De Michel is zo mager geworden, die komt precies van Biafra.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Nov 2014 13:39
    0 reactie(s)

    stek, van zijne ~ vallen
    (uitdr.)

    flauwvallen, bewusteloos, in zwijm vallen, van zijne center vallen

    zie ook klot, van zijne ~ vallen, , vallen, van zijnzelve ~, sus, van zijne ~ draaien, sus, van zijne ~ vallen

    WNT: van zijn stek vallen.
    In de oorspronkelijke, reeds in het mnl. bekende en nog thans in Z.-Nederl. gewone bet. Stok of stokje. In zeer verschillende opvattingen.
    Van zijne(n) stek zijn, van zijne(n) stek geraken, niet in zijnen gewonen toestand zijn, onpasselijk worden, corn.-vervl.

    ’s Morgens moet ge goed eten, anders kunt ge van uwe stek vallen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Nov 2014 13:24
    0 reactie(s)

    omspaaien
    (ww. spaaide om, omgespaaid)

    omdoen, omspaden, omschuppen

    zie ook toespaaien, spoawen

    In de lente zal hij dat klein stuk grond eerst moeten omspaaien, een beetje bemesten en dan patatten planten.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 22 Nov 2014 13:22
    0 reactie(s)

    uiteencarambollen
    (ww.)

    figuurlijk: doen botsen, uiteendrijven

    " … en ik denk dat het echt belangrijk is, in plaats van iedereen uiteen te carambollen, dat ze ons werk laten doen en dat iedereen in de regering zijn verantwoordelijkheid in deze neemt …" (Maggie De Block in Villa Politica)

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 21 Nov 2014 15:17
    0 reactie(s)

    gerellig
    (bn.)

    gruwelijk, verschrikkelijk, akelig
    schreeuwend, schel, fel

    ook grellig

    Ons geburen hebben een gerellige hond, ik heb er echt schrik van.

    Het deed gisteren grellig buiten, het was geen weer om een hond door te jagen.
    Wat een gerellige lucht. Sebiet een goei onweer, trekt de priezen (pries) al maar uit (pries, trek die ~ maar uit), dan kan den bliksem al niet inslagen.

    Dat schilderij bestaat uit gerellige kleuren en lijnen.

    Amai, dat meisje kan gerellig krijsen van schrik als een grote hond in haar buurt komt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 21 Nov 2014 13:57
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.