Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Kleine groengele pruim. Niet lang te verkrijgen maar wel lekker.
< verbastering van het Frans “Reine Claude”
Proc. Antw.: reggeloot /rè g.e l.e.oet/
Augustus is pruimentijd en dan liggen de ringeloten tussen de andere sappige pruimen in de rayon van fruit en groenten.
(meestal opgedirkt) meiske/vrouw met veel poeha, met nen hogen dunk van haar eigen
mannelijke versie: zjaarkloot
zie ook zjaar, zjaartrut, zjaaremme
vgl gesten hebben
Amai, hoort da zjaarwijf bezig, die denkt echt da ze het is.
Dat zjaarwijf denkt dat ze het is, maar ik zen het.
veldmuis
In de winter ziet men geen piepedols op het land.
synoniem voor doodskist
Sjarel is er 94 en woont nog in zijn huizeke; als ze hem daar buiten dragen, dan is ’t in zijnen houten frak.
doktersjas of verplegersjas
Als ge nie stopt met zot te doen op ’t straat, stopt er sebiet een karreke met mannen met ne witte frak en nemen ze u mee naar sint-amedee (Sint-Amedeus is van oudsher een tehuis voor zwakzinnigen in Mortsel; in ’t Antwerps een zothuis genoemd).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.