Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    kabba
    (de ~ (m.), ~'s)

    boodschappentas
    zie ook: kabas

    < Frans: cabas

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: kabas, voorheen ook KABASSE; daarnaast KABAAS, KARBAAS; ook wordt op vele plaatsen in Vlaamsch-België (o.a. te Gent) KABA gezegd (het woord moet dus tweemaal ontleend zijn)
    Mnl. cabas en cabaes. In Noord-Nederland althans nu niet meer gebruikelijk.

    ook in Oost-Vlaanderen

    Ben met me kabba vol groenten van de markt gekomen.

    > andere betekenis van kabba

    Regio Brugs Ommeland
    Bewerking door de Bon op 27 Feb 2021 17:48
    4 reactie(s)

    fietematrul
    (de ~(v.), ~len)

    gedroogde vijg

    is het in Brugge ook geen dadel?

    < mogelijk van figgematrul < Frans figue madrilène (vijg van Madrid)

    een fietematrul smaakt goed

    > andere betekenis van fietematrul

    Regio Brugs Ommeland
    Bewerking door de Bon op 27 Feb 2021 17:26
    0 reactie(s)

    fietematrul
    (de ~(v.), ~len)

    een meisje dat voor een kleinigheid begint te wenen

    vgl. fittematrulle

    Zie de fietematrul daar staan, haar moeder heeft haar stem wat verheft en ze is weeral aan het blêten.

    > andere betekenis van fietematrul

    Regio Brugs Ommeland
    Bewerking door de Bon op 27 Feb 2021 17:26
    0 reactie(s)

    fietematrul
    (de ~(v.), ~len)

    gedroogde vijg

    is het in Brugge ook geen dadel?

    < mogelijk van figgematrul < Frans figue madrilène (vijg van Madrid)

    een fietematrul smaakt goed

    Regio Brugs Ommeland
    Bewerking door de Bon op 27 Feb 2021 17:24
    0 reactie(s)

    dol
    (de ~ (m.), ~len)

    bromvlieg

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: dol, dolvlieg.
    In Zuid-Nederland benaming voor de blauwe vleeschvlieg en misschien ook voor andere soorten van ”bromvliegen”.
    - Zacht Liet hij zijn bruintje stappen naer behagen; Sloeg soms ’nen dol, die ’t glanzig beest kwam plagen, Weg met een mei, (Jan Van Beers, Jongelingsdroomen (1853)).

    Van Dale 2018 online: de blau­we vlees­vlieg
    = brom­vlieg

    zie ook: maneschijter, maneschieter, moaneschietter, ronker, rulder

    Er vliegt een vieze dol rond mijn eten.

    > zie andere betekenis van dol

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 27 Feb 2021 16:33
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.