Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    spijs
    (zn. v.)

    moes, brij, pap

    Van Dale 2014 online: weke maasa: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    Woordenboek der Nederlandseche Taaal: Weeke of vooze, inzonderheid door bederf of vernieling ontstane massa; moes; pap. In het Zuiden. (zie voorbeelden)

    ook: in spijs vaneen (spijs, in ~ vaneen)

    WNT: Hij trapte op ’en pad, dat de spijs er uit kwam, (Cornelissen-Vervliet)

    WNT: Daar (in een pistool) steekt nu genoeg in om heel mijn kop in spijs van een te doen vliegen! (Timmermans, Anna-Marie)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 15 Apr 2016 12:15
    0 reactie(s)

    om te spres
    (bw., uitdr.)

    zie omspres

    Soms worden wel eens dingen om te spres gedaan om aandacht te krijgen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2016 19:44
    0 reactie(s)

    krochen
    (ww. krochte, gekrocht)

    houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.

    WNT: Middelnederlands crochen; vergelijk Hoogduits krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Zuid-Nederland, met name in Brabant bekend is.

    synoniem: steunen

    ook krozen, krochelen
    zelfstandig naamwoord: het gekroch
    afgeleid: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen

    Hij zit op ’t huiske te krochen.

    De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.

    Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2016 19:33
    7 reactie(s)

    krochen
    (ww. krochte, gekrocht)

    houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.

    WNT: Middelnederlands crochen; vergelijk Hoogduits krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Zuid-Nederland, met name in Brabant bekend is.

    synoniem: steunen

    ook krozen, krochelen
    zelfstandig naamwoord: het gekroch
    afgeleid: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen

    Hij zit op ’t huiske te krochen.

    De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.

    Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2016 19:32
    7 reactie(s)

    daarstraks
    (bw.)

    pas geleden (meestal binnen het tijdsbestek van dezelfde dag), zojuist Maasland: doasjus

    Nederland: zo-even

    ongemarkeerd in Van Dale
    maar in lijstje Vlaamse woorden die Nederlanders niet gebruiken (zie reactie)
    google2014: .BE (>311.000) ; .NL (123.000)

    WNT: Strak: Zooeven.
    Vaak (vooral thans) in de verbinding: daar strak.
    Hij héet daar strak hier geweest. Cornelissen-Vervliet (1899)

    Daarstraks lag dat hier nog en nu is het weg.

    Daarstraks zegt ge dat ge om 1 uur thuis waart en nu is het ineens 3u. Wat is ’t nu?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 14 Apr 2016 17:15
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.