Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
inrit van een perseel grond
< samenstelling van horde + gat
- horde = vlechtwerk, raamwerk (varianten van horde zijn horte en hurte)
Bij De Bo (1873):staketsel, houten afscheiding. Ook:Raamwerk dat over het land gesleept wordt om kluiten te breken
- gat:opening
Je bent de inrit (het oortsgat) voorbij gereden.
jarig zijn
verjaren is SN, maar wordt meer gebruikt in Vlaanderen dan in Nederland
Ik verjaar vandaag./ In Nederland: ik ben vandaag jarig.
jarig zijn
verjaren is SN, maar wordt meer gebruikt in Vlaanderen dan in Nederland
“De Hubble vierde vorige jaar zijn 25ste verjaar.” (de Volkskrant, 25 juni 2016)
bepaalde plek in het hoofdhaar dat weerbarstig is (en steeds opsteekt in 1 bepaalde, niet gewenste richting)
Ook grote stugge wenkbrauwen werden “weerborstels” genoemd.
In Antwerpen: “ne weerbeustel”
Aaw’hoar moet ik ni probere te kamme want das’just ne
weerbeustel.
(Booms) Lizet: ’wad’y diej klyene veel’aar, alliejen spyetig van dieje weebeustel!’
Die vent die n’èègin wensbrouwen da zen just “weerbeustels”
Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.
Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
zie ook voorschoot, een ~ groot
Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.
Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Gesch. v. Antw. 2, 647, Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (MNW)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.