Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
egoïstisch, inhalig persoon, gulzigaard
zie ook: apsjaar, napsjaar, napjaar
oorsprong: hapschaar of hapscheer: lagere gerechtsdienaar in vroeger eeuwen
< Frans: happe-chair, van happer (vastpakken) + chair (vlees)
Dien hapsjaar van een koster is natuurlijk met de helft van de doodsprentjes weg …
vreemde, rare kerel
synoniem van abjaar, napsjaar, hapsjaar
oorsprong: hapschaar of hapscheer: lagere gerechtsdienaar in vroeger eeuwen
< Frans: happe-chair, van happer (vastpakken) + chair (vlees)
Zie me die apsjaar daar ne keer bezig, hij roept alle mensen na.
heel actief iemand, iemand die altijd bezig is (werk, spelen, hobby’s enz)
vgl gaande Margreet
Mijn zoontje kan niet stilzitten, hij klimt en loopt, puzzelt en speelt met de auto’s in een mum van tijd, ook op school zeggen ze me dat het een doenderik is. Een doendig baasje.
flauwe
zie ook: plezante, flauwe ~
ook in de Kempen
Hangt de flave plezante niet uit.
Niet bleiten hè flave, bijt maar eens efkes op uw tanden, daar is nog niemand van gestorven.
bakkebaarden
WNT: fassen. Uit frans faces. Mogelijk uit frans face (enkelvoud) in een verouderde betekenis `zijkant van het gezicht’
Bakkebaarden. Gewest. in Vl.-België.
“Onze Jan placht een baard te dragen, doch nu heeft hij slechts nog fassen”, Schuermans (1865-1870).
“Zijn fassen laten staan”, Corn.-Vervliet (1900).
Kempen: fassen, fasjen
prov. Antw.: fasjen, ook fabriezen
Hageland: fabrissen
Antwerps idioticon (1899): fas (vr.)
West-Vlaams idioticon (1873): fasse (vr.)
zie ook fabré
Met zulke fassen zag hij er uit als Elvis Presley.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.