Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afhankelijk van, rekening houdend met, op grond van
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
DS2015 standaardtaal
Frans en fonction de
De verkopers worden verloond in functie van hun verdiensten.
(verouderd) boterham
Van Dale 2014 online: gewestelijk
etymologiebank:
Nhd. Kanten ‘homp brood, kapje’ gaat terug op de verouderde mnl. betekenis ‘stuk brood’, via Nederlandse kolonisten in Oost-Duitsland (12e eeuw)
MNW: Cant
Stuk, brok, homp, bete. Kil. kant broots, j. hompe, frustum praecidaneum; gall. chanteau; angl. cantell.
Schuermans : kant is een boterham;
ook in samenstellingen: kezekant, koolkant, spijzekant en kantzak, bedelzak, alsmede de uitdrukking ‘om kanten gaan’, bedelen
WNT: Kant
Mnl. Cant, wrs van het oudfrans: cant, can; nieuwfrans: champ
dat van Keltischen oorsprong is (?)
Wao hébs dich èn z’n botrammedaus zitten haajn? Ne sjroêpkant, ne keiskant en nen derm sesies! (Wat heb jij in je boterhammendoos zitten vandaag?
Een boterham met stroop, ene met kaas, en een eindje worst)
Ich niks as ne botterkant. (ik enkel een met boter besmeerde snede brood)
boterhammetje
zie ook boke
De kleine heeft zijn bootje helemaal opgegeten.
postbodetje
eigenlijk boodje
Het bootje is langsgeweest met ons pensioen.
dialect en streektaal
Van Dale online:
- dialectisch: plat praten: dialect praten
- niet-beschaafde taal, ook in koppelingen zoals ‘platamsterdams’
Wikipedia:
Plat is een informele aanduiding voor de volkstaal, het plaatselijk dialect, in tegenstelling tot de cultuurtaal. Het wordt in heel Nederland, Vlaanderen en Noord-Duitsland gebruikt. De term plat is van oorsprong een aanduiding (verkorting) voor het Nederduits, het Plattdüütsch. Deze taal werd in de Middeleeuwen, als ook het Nederlands, gewoon met “Duits” aangeduid.
Hoogduits: de taal uit de heuvels en bergen.
Nederduits of platduits: de taal van het vlakke land.
In de Nederlanden (16de E.) werd Nederduytsch gebruikt voor volkstaal. Later werd dit Nederlands, gebaseerd op het Hollands. De volkstaal werd als iets afwijkends beschouwd en de term ‘plat’ kwam de Nedersaksische en Limburgse grens overgewaaid.
Het “plat” is de taal waarin men is opgegroeid en waarin men zich in het gesprek het gemakkelijkst bedient.
In weerwil van de etymologie van dit woord wordt er echter vaak een verband gelegd met het woord plat in de betekenis van “onbeschaafd”. Soms toegepast op specifieke woorden en uitdrukkingen, die niet direct buiten de standaardtaal vallen maar wel als “informeel” of zelfs grof gelden.
Hij spreekt plat Oudenaards.
Zeg het maar in het plat, ik versta dat wel.
Die spreekt wel plat hoor!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.