Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
van de weeromstuit
ook wel eens ‘van de weerombots’
Zijn vrouw is ’t afgebold en van de weerbots is em in ’t klooster gegaan.
Van Dale 2014 online (gewestelijk): het geluid ‘knets’ doen horen
Een knetser knetst als ge er op drukt.
Het hout knetst in de open haard.
snoepen, smullen, smikkelen
zie ook: sneukelare, sneuk
Etymologie: frequentatief van sneuken = snoepen
zie ook andere betekenis van sneukelen
Sneukel niet zoveel, je gaat dik worden.
“Een vrauwe pryst de leckerheyt, En sneuckelt geiren soetigheyt” – uit, ‘Cocus Bonus’, Pieter Croon, 1663
- rondneuzen, tussen rommel kijken
- stiekem snuffelen, zoeken, snollen
afsneukelen: stiekem afzoeken
rondsneukelen: rondsnollen
1) Op zolder sneukelde ik tussen de rommel.
2) Sneukelt niet in zijne reiszak, sebiet komt hij terug en dat zit het er tegen.
“Wat zitte daar in mijn kas te sneukelen?” Cornelissen-Vervliet (1899)
- rondneuzen, tussen rommel kijken
- stiekem snuffelen, zoeken, snollen
afsneukelen: stiekem afzoeken
rondsneukelen: rondsnollen
zie ook andere betekenis van sneukelen
1) Op zolder sneukelde ik tussen de rommel.
2) Sneukelt niet in zijne reiszak, sebiet komt hij terug en dat zit het er tegen.
“Wat zitte daar in mijn kas te sneukelen?” Cornelissen-Vervliet (1899)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.