Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mond, gezicht
zie ook toot, teut
Hij is niet op zijn tote gevallen. (hij is niet op zijn mond gevallen: van iemand die het goed kan uitleggen)
Als hij zijn handen niet kan thuishouden zal ik hem een trek op zijn tote geven. (een slag op zijn gezicht geven)
’k zalle subiet ne keer uw tote wat bijwerken. (Ik zal seffens uw gezicht wat bijwerken).
Honing op iets smeren
WNT:
In den eigenlijke zin alleen aangetroffen in de woordenboeken, verder uitsluitend figuurlijk.
Verouderd, maar gewestelijk in Vlaanderen-België nog bewaard.
→ zeemen, zeem, zeemzoet, zeemtette, zeem aan zijn baard strijken
Iemand zijn baard zemen, daar is hij altijd goed in geweest.
honing
(1201-1250 ‘ongepijnde honing’) verwant met Grieks haima (bloed), en dan met de betekenis ‘dikkige vloeistof’, volgens anderen verwant met zeel en dan met de betekenis ‘weefsel’
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Honig; inz. ter aanduiding van den z.g. maagdenhonig, den honig die reeds vóór het pijnen uit de raten druipt en die als de allerfijnste wordt beschouwd, maar ook gebruikt voor honig in het alg.; beide toep. zijn overigens vaak moeilijk te scheiden; waar honig en zeem samen worden genoemd, duidt dat laatste woord den maagdenhonig aan.
Vooral gewestelijk in Vlaams-België nog bewaard.
zie ook de uitdr.: zeem aan zijn baard strijken
Warme melk met zeem is goed voor je verkoudheid.
Honing op iets smeren
→ zeemen, zeem, zeemzoet, zeemtette, zeem aan zijn baard strijken
WNT:
In den eigenlijke zin alleen aangetroffen in de woordenboeken, verder uitsluitend figuurlijk.
Verouderd, maar gewestelijk in Vlaanderen-België nog bewaard.
Iemand zijn baard zemen, daar is hij altijd goed in geweest.
van pels gemaakt
bont
uitspraak: pèlse
WNT: bnw. Middelnederlands pelsen. Van Pels met -en.
Van een pels of huid gemaakt, of met bont (eertijds ook: met eene vacht) gevoerd.
“Pelssen, dat van pelssen is.” Plantijn (1573).
“Pelssen hoedt.” Plantijn (1573).
Van Dale 2018: pelzen
bijvoeglijk naamwoord
niet algemeen van pels gemaakt
= bonten
madam heeft haar ’ne nieuwe pelse frak gekocht.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.