Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
veter
< schoe was het oorspronkelijke enkelvoud. Later werd het meervoud van schoe = schoen als enkelvoud gebruikt.
WNT: Schoe: oorsprong skuo > scoe > schoe: schoen is het meervoud van schoe. De oorspronkelijke vorm schoe is tot in de 17de en 18de eeuw naast schoen blijven bestaan. Zoo nog heden in Zuidndl.; (De Bo) ook tal van samenstellingen ald.
ook: nestel, rijkoord, ringkoord
Zijn schoelinten en pasten geen beetje bij de schoenen die hij droeg.
schoensmeer, schoenblink
ANW: in België
Van Dale 2016 online: BE; spreektaal
zie ook: blinkborstel
Maar allez, ge gebruikt toch gene zwarte blink voor bruine schoenen!! Bezie nu!
speelgoed
“getieg” is volgens Van Dale “gewestelijk” en betekent “gereedschap” in Antwerpen-Brabant “getuig”
zie haargetuig
/Hebst dich dien spielgetieg teruggezatten?/
Hebt ge uw speelgoed opgeruimd?
1) hoge dunk, streken verkopen, een air hebben
< Frans grand genre: grote zjaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (Waasland) (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (Antwerpse Kempen en Antwerpen) (1903).
- Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
Voorbeeld: Hij heeft nogal wat zjaar bij.
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot
2) iemands zjaar, iemand zijn genre
passend bij, iemands stijl, voorkeur
zonder grootsheid
Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
1) hoge dunk, streken verkopen, een air hebben
< Frans grand genre: grote zjaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (Waasland) (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (Antwerpse Kempen en Antwerpen) (1903).
— Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
Voorbeeld: Hij heeft nogal wat zjaar bij.
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot
2) iemands zjaar, iemand zijn genre
passend bij, iemands stijl, voorkeur
zonder grootsheid
Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.