Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kleine slok
zie ook zwilgske
Van Dale 2018: zwelg
niet algemeen
2. zwelgen
slok, teug
in één zwelg was het glas leeg
Pak maar een zwelgstje, anders verslikt ge je.
kleine slok
zie ook zwilgske
VMNW: Swelghen: Middelnederlands swelgen. Grote hap, slok.
Oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
Pak maar een zwelgstje, anders verslikt ge je.
zwilgske = slokje
zwillegen = slokjes nemen
zie ook: zwelgstje
Mijn vader en grootvader (geboren 1888) gebruikten dit en waren afkomstig van St-Amands (Oost Vlaanderen).
WNT: Zwilgen: Middelnederlands swelgen:
De vorm zwilgen is nog gewestelijk in gebruik in het Land van Waas en in Belgisch-Brabant (Joos (1900-1904) en Pauwels, Aarschot (1958)). In semantisch opzicht is het woord deels synoniem met het neutralere slikken en met pejoratieve woorden als brassen, schrokken, slokken, slempen, zuipen.
Je zal wel dorst hebben, pak maar een “zwilgske” water.
kleine slok
zie ook zwilgske
VMNW: Swelghen: Middelnedelands swelgen. Grote hap, slok.
Oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
Pak maar een zwelgstje, anders verslikt ge je.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.