Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    gemak
    (het ~, ~ken)

    toilet, wc, huiske

    Van Dale online: (concreet, in ’t bijzonder, verouderd) (heimelijk, geheim) gemak of gemakje, synoniem: toilet

    MNW: gemac
    Behoefte, nood, nooddruft; ook concreet het noodige, levensbehoefte, levensonderhoud; synon. van mnl. behoef. Ook in eene andere opvatting raken deze beteekenissen elkander, nl. in die van natuurlijke behoefte. Kil. ghemack, j. ghevoegh, excrementum alvi. Vgl. de hd. uitdr. sein gemach tun

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gemak: staat in beteekenis gelijk met gevoeg, gevoech, dat in ‘t Mnl. het gewone woord was, vooral in de concrete opvatting. Uit het denkbeeld van voegen, passen, te pas komen, geriefelijk zijn, laten zich de verschillende beteekenissen, waarin gemak voorkomt, geregeld verklaren.
    Bestekamer, sekreet. Verg. fr. commodité, lieu d’ aisance.
    syn. Gemakhuisje > op ’t platteland, afgeleide hiervan is huiske

    Waar is hij naar toe? Ik denk dat hij op ’t gemak zit.

    Ik moet eerst naar ’t gemak. Ja kakken gaat voor bakken.

    Typisch, den afwas moet gedaan worden en hij zit weer op het gemak.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Aug 2018 15:02
    1 reactie(s)

    diensthoofd
    (het ~, ~en)

    afdelingsverantwoordelijke, dienstchef, hoofd van dienst

    Van Dale: diensthoofd: algemeen Belgisch-Nederlands, hoofd van dienst

    vgl. dienstverantwoordelijke

    Het diensthoofd van de groendienst kwam jaren geleden in nauwe schoentjes na een klacht van enkele handelaars.
    Het personeel staat onder de directe leiding van het diensthoofd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Aug 2018 15:01
    0 reactie(s)

    straf
    (bn.)

    1. dik, stevig, stug; wordt gezegd van een baard (algemeen)
    2. sterk (algemeen)
    3. zwaargebouwd, fors, krachtig (niet algemeen)
    4. knap, verstandig (informeel)

    Van Dale online: Belgisch-Nederlands

    1. Mijn schoonbroer heeft een straffe baard. Hij moet zijn eigen (eigen, zijn ~) 2x per dag scheren.

    2. Straffe koffie is het best om rap wakker van te worden. (K. Norel)

    3. Jerommeke en John Massis zaliger, zijn straffe kerels.
    In ‘De nieuwe Antwerpenaar’ (gazetteke) schrijft men dat brandweerman Dries een straffe vent is want hij fietst elke dag 224 kilometer, door weer en wind.

    4. Onze Kevin is altijd straf in wiskunde geweest.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Aug 2018 15:00
    5 reactie(s)

    straf
    (bn.)

    erg
    Van Dale BE; in­for­meel

    (Antw.) ’t zijn lappen

    Nu ’t stad op dat kruispunt lichten heeft geplaatst, gebeuren er nog meer ongelukken. ’t Is toch straf hé.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Aug 2018 14:59
    1 reactie(s)

    straf
    (bn.)

    brutaal, pittig, kras (uitingen)

    Hij deinst er niet voor terug om straffe uitspraken te doen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Aug 2018 14:59
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.