Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    boontje, een ~ hebben voor iemand
    (uitdrukking)

    hem of haar wel zien zitten, een voorliefde hebben voor iemand

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands

    “Jij bent de liefste uit mijn straat en ik heb een boontje voor jou!” (uit een lied van Andy Samyn (1999)

    Vredeseilanden heeft een boontje voor Nicaragua.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Sep 2021 13:19
    7 reactie(s)

    Awel
    (eigennaam)

    Awel (voorheen de Kinder- en Jongerentelefoon) is een laagdrempelige hulplijn waar kinderen en jongeren zonder hulp of tussenkomst van volwassenen antwoord krijgen op hun vragen.(vlaanderen.be)

    “De kinder- en jongerentelefoon heet vanaf nu ‘Awel’. Dat is een woord dat zowat alle jongeren gebruiken en dus herkenbaar is voor iedereen, klinkt het. Ze kunnen voortaan ook via een mobiele website hun vragen stellen, of op een forum praten over hun problemen.” (nieuws.vtm.be)

    > andere betekenis van awel

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Sep 2021 12:34
    0 reactie(s)

    ambetant
    (bn.)

    vervelend, hinderend, irritant
    ook: geïrriteerd

    Van Dale 2018: am­be­tant
    bij­voeg­lijk naam­woord • am­be­tan­ter, am­be­tantst
    na 1950 < Frans em­bê­tant
    BE; spreek­taal
    1. ver­ve­lend, naar
    2. wre­ve­lig, prik­kel­baar

    vnw:
    -vervelend, naar, lastig, hinderlijk
    -ontstemd, verstoord, kregel

    vgl. ambetanterik

    Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.

    Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Sep 2021 12:29
    2 reactie(s)

    pitsen
    (ww. pitste, gepitst)

    knijpen, nijpen;

    in Antwerpen betekent pitsen: knijpen met de nagels van duim en wijsvinger

    soms ook: ‘pietsen’
    Maasland: pietsje

    < Middelnederlands: ‘pitsen’. Verondersteld verwant met Italiaans ‘pizzare’ (steken), ‘pizzicare’ (knijpen), Frans ‘pincer’ (knijpen), etc…

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    Zit niet zo te pitsen aan uw puisten.

    Moet ik eens in uw vel pitsen?

    Mijn vriendin pitste in mijn arm, toen de man pizzicato (snaren plukken ipv aanstrijken) begon te spelen op zijn contrabas.

    > andere betekenissen van pitsen

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Sep 2021 11:25
    13 reactie(s)

    zit, daar ~ niet veel in
    (uitdr.)

    niet flink zijn, niet gevat of niet bijdehand zijn, geen elan hebben, lui of lomp

    Van Dale 2016 online: BE
    NL-SN: daar zit niet veel bij

    Spijtig maar met die jongen kunt ge niet veel aanvangen, er zit niet veel in.

    Als er niet veel in zit, kan er ook niet veel uit komen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 23 Sep 2021 22:47
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.