Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lieveling, iemand die een streepje voor heeft, iemand die een voorkeursbehandeling krijgt
zie varianten bij keppekindje
Dat is zijne febbekak, die mag van hem altijd wat meer…
bucht met bewaarde klinker [u]
Op de markt was het bijna allemaal boecht.
prutser, iemand waar niet echt kan op gerekend worden
“Welke bietekwiet krijgt het in zijn ster van de s van beest een runeteken te maken?”, vraagt ‘t Pallieterke zich af. “Welke bietekwieten gaan nu nog rustig een printje drinken en een praatje slaan in dat café?”, is de vraag die wij ons dan weer stellen. (blog aff)
…komt diene bietekwiet daar naast me rijden en als die ter hoogte van m’n raampje komt de hele klank en lichtinstalatie opzetten die net ter hoogte van m’n open raam staat en met z’n vlammende salamie door het open raam staan bevelen dat ik aan de kant moest terwijl ik gewoon op de rechter rijstrook aan het rijden was. (sic – christophoros.be)
Vijf- tot tienduizend bietekwieten, het soort falderappes dat niet alleen zelfvoorzienend is in zijn muziekinstallatie en zijn drugs, maar ook nog eens zelf zijn afval opruimt. (demorgen.be)
kuit
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands brade – braai
Een woord met de betekenis: Kuit van ’t been; in Noord-Nederland thans verouderd, doch in Zuid-Nederland nog in volle gebruik.
Het vleezig deel van het been, achter de scheen, aan het menschelijk lichaam; de kuit.
- Eyn brade van en beyne, sura, Teuthon. Braede, braeye, kuyte des beens. Kiliaan (1588)
‘k heb pijn aan m’n braaien
> andere betekenissen van braai
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.