Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kon, verleden tijd van kunnen
Antw: ik kost, gij kost, hij kost, wij kosten, golle kost, zij kosten
wentelteefjes; ook gewonnen brood of verloren brood.
We hebben nog veel oud brood. Laten we gebakken bokes eten.
1) tevergeefs op iets of iemand wachten
2) met een fiere, trotse uitsraling ergens poseren. (Gehoord op radio1 13/11/10: “U stond daar te blinken tussen…”)
1) Hij stond daar schoon te blinken met zijne bos bloemen en ze kwam niet af.
2) Zij stond daar te blinken op het erepodium met haar blekken medaille rond haren nek.
1) spetten, spatten, spetteren
2) maar ook spets: zn. (v. ~en): spat
1) Als ge spek bakt doet ge best ne voorschoot aan tegen het spetsen.
1) Hij spetst de voetgangers nat met door de plassen te rijden, de flauwe plezante.
2) Als ge de frieten in de frietpot doet moet ge het scheel er rap opzetten tegen de spetsen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.