Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
stelen, zie ook reactie
vnw: achteroverdrukken, verduisteren, verdonkeremanen
Van Dale: Belgisch-Nederlands, informeel
zie ook van den boot gevallen, camion, van de ~ gevallen
Tegenwoordig wordt er nogal veel koper scheefgeslagen op bouwwerven en spoorwegen en zo.
I ait un bro scheef gesleegen. Hij heeft een brood gestolen.
- Hedde gij die bananen scheefgeslagen?
- Nee, die waren zo.
knoeien (bv. onhandig iets proberen in elkaar te steken)
vgl. ook mozen, smossen
zie ook gemoês
uitspraak: moewesen: /muw?s?n/
wa zitte doa na te moêse, ge zè persies de Markus!
Wat zit ge daar te morsen, ge zijt precies de Markus!
morser, knoeipot, kliederaar
zie ook: brielen = knoeien, morsen
Als mijn kinderen schilderen, is het meer brielen dan wat anders. Het zijn twee brielpotten samen.
knoeien
zie ook sjoefelaar
Hare man is zo vol van zijn eigen dat hij alles kan, met zijne mond; hij sjoefelt meer dan dat hij iets fatsoenlijk maakt.
(eigenl.) onbeholpen schaatsen; krabbelen, grabbelen, zwoegen
VD BE; informeel, iteratief van krassen
vnw:
•knoeien, prutsen
•krabbelen, spartelen
vgl. rechtkrasselen; opkrasselen
Christophe Smeets ziet Torpedo krasselen en toch winnen (TITEL) (HN 29.10.08)
“Even later krasselde de 61-jarige gewoon terug recht, kroop van de sporen het perron op.” (HLN 01.01.09)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.