Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wpt: (1984) (Vlaanderen, vnl. Antwerpen) Je kunt iedereen belazeren maar niet mij. Ik trap daar niet in. Vaak wordt alleen het eerste deel uitgesproken (met alle chinezen). De rest wordt in gedachten aangevuld. Variant: Met heel Antwerpen, maar niet met mij.
Wat? Is dat van u? Met alle Chinezen, maar niet met den dezen, he.
Eerst mij zo bedriegen en dan verwachten dat ik hem zomaar geld geef. Met alle Chinezen, maar niet met den deze.
De kopman waagde zich zelfs aan een typisch Antwerpse spreuk: “Met alle Chinezen maar niet met ‘den deze’”. (hln.be)
iemand die achterlijk is, een idioot, een loser, een snul
Waasland: foempe(n)
wpt: (2003) (Vlaanderen, scheldw.) onnozel, dom persoon; idioot; knoeier; loser.
Gij zijt nogal ne foemp.
“Toen ik kind was, vonden we een idioot jongetje " ne foemp". Daarna was het jarenlang stil rond dit woord moet ik zeggen :-)
Maar sinds ik Peggy ken, vindt het gebruik van “foemp” opnieuw een steile opgang. Niet omdat Peggy “foemp” is, maar ze vindt maffe foto’s “foemp”, dingen die tegenslagen " foemp", een man die haar op de dansvloer probeert te versieren “foemp” :-), slecht weer " foemp", spullen die je te duur moet betalen " foemp"… En gewoonlijk lach ik daarbij instemmend en denk : “Je hebt gelijk schat, dà is na écht foemp”. Je bent van Antwerpen of je bent het niet !" (ilsblogt.blogspot.com 18 mrt. 2010)
< andere betekenis van foemp
Voluit: Woordenboek van Populair Taalgebruik door Marc De Coster.
Dit woordenboek is beschikbaar op https://www.ensie.nl/woordenboek-van-populair-taalgebruik#
Vlaamse termen en uitdrukkingen worden er gelabeld met: (Vlaanderen)
Dikwijls wordt ook het jaartal van de eerste attestatie vermeld, zeker in het geval van neologismen
-
oneerlijk handelen, vals spelen
vnw:
•oneerlijk handelen, vals spelen
•stelen, pikken
Poteren komt van het woord ‘pooten’ (poten). Het woord wordt ook gebruikt voor handen en voeten bv. blijft er met uw ‘poete’ er vanaf, ge moet me uw poete er opstaan.
wpt: (Vlaanderen, Barg.) valsspelen; bedriegen; stelen, kapen.
wnt:
Bedriegen, bedrog plegen in het spel (te Antwerpen) (Schuermans) (1865-1870)
‘Opnieuw schieten! Gij hèt gepooterd!’ (Cornelissen-Vervliet.)
‘Nie’ pooteren!’
zie ook schamoteren, foefelen, poteraar
Hij was het snelst klaar met zijn opdracht. Zonder te poteren was hem dat zeker niet gelukt.
Iedereen hield streng toezicht of de tegenstrever niet “poterde”, d.w.z. bij zijn schietbeurt wat naar voor opschoof of wat veel naar rechts of links schoof (museumkontich.be)
Ik moet medicatie nemen dus besluit een royco-soep te eten, ok ik weet het we zijn aan het poteren maar ik kan het echt even niet meer aan. (bloggen.be)
“Ik heb gepoterd met het Oud Arsenaal, omdat ik een enorme liefde koester voor dat café. Die troefkaart móést erin.” (gva.be)
het zitten hebben, er aan zijn (voor de moeite), er niet onderuit kunnen
ook: te diep in het glas gekeken hebben
wpt: (1982) (Vlaanderen, inf.) een probleem hebben, iets vervelends moeten doen.
zie jan, van ~ hebben,
spek, het ~ aan zijn been hebben,
zitten, het ~ hebben
zeel, het ~ aanhebben
Nu is het zijn beurt. Hij heeft het ook vlaggen.
(Bij de verkiezingen uitgekozen worden om te tellen)
Er is ’t schijnt een griepepidemie. De Jean heeft het ook vlaggen.
Zie die daar waggelen, die heeft het ook goed vlaggen.
KBC heeft het vlaggen: Van Overtveldt onderzoekt nulrente (demorgen.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
