Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
persoon die met een kermisattractie aan de kost komt
< foorkraam = de attractie zelf: botsauto’s, spiegelpaleis, het grote rad, carroussels, schietkraam, eendjes vissen, smoutebollenkraam (Nie warm, nie wille), suikergoed (barbe à papa, warmerek en babelutten), de rups, de loopings voor de stoeren en de paardenmolen voor de kleintjes
Van Dale: (algemeen Belgisch-Nederlands) kermisexploitant
zie ook kermiskramer
DS2015 standaardtaal (zie ook reactie bij foor)
vgl. marktkramer
Foorkramers hebben geen zittend leven. Ze reizen voortdurend van jut naar jaar. Opbouwen en afbreken.
demorgen.be ivm Sinksenfoor: “Hoop dat we inzet leger tegen foorkramers kunnen vermijden”
iemand die op de markt een kraam uitbaat
SN: marktkoopman (volgens Typisch Vlaams)
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 6; Vlaamsheid: 6
Het Algemeen Nederlands Woordenboek vermeldt het ongelabeld
vgl. foorkramer
Boze marktkramer wil niet meer in Genk staan (hbvl.be)
Eén van de alleroudste en mooiste beroepen ter wereld, dat van marktkramer, glipt door de mazen van het net. (markten.be)
Marktkramers opgelucht: “Dit is eigenlijk de gezondste manier van winkelen” (vrt.be)
Daarnaast is ook het statuut van marktkramer de laatste jaren verbeterd, en werd in 2006 de wetgeving op de ambulante handel versoepeld. (demorgen.be)
In Antwerpen: martkramer
Die metman heeft zijn kraam al vroeg uitgestald.
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In Noord-Nederland is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, Courtmans-Berchmans, Gesch. v.d. J. (1864).
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.
kloot, klos
opm: in principe kunnen zowat alle uitdrukkingen met kloot door klosj vervangen worden: amai mijn klosjen, zijn klosjen afdraaien, …
ook verbasterd tot klok; clochen
En in België hebben “klosjen” ook 2 betekenissen. In mensentaal teelballen, in paardemensentaal springschoenen. (dehoefslag.nl – bijdrage uit VL)
Amai mijn klosjen. Dat is hier nogal een spel?
amai mijn klokken, ik heb leren zwemmen in de vaart. (facebook.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.