Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vnw: warm instoppen
Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (1950): (Zuidn.) warm inwikkelen, instoppen.
vgl. induffelen, aanduffelen, toeduffelen
De wijven waren geduffeld in lange, zwarte mantels, de kap diep over den gebogenen kop en de boeren met hunnen blauwen kiel waaronder uit de dikke winterfrak bij ’t gaan hen in de hamen sloeg. (Stijn Streuvels – Dagen)
Xandee trok zich stilletjes terug en had zich in haar trainingsjack geduffeld maar nog had ze het koud. (nieuwsblad.be)
Anseele en Destrée waren warm geduffeld, met de pels rond hen, van de werkersorgansatie die volop hun gedacht deelde. (Vooruit – 1913)
Meester Spruyt trok zijn broek en jas aan over zijn pyjama, duffelde zich in een wollen sjaal, kroop in zijn winterse overjas, sprong op zijn fiets en … (De wraak van meneer Jules – Guy Prieels)
goed warm aankleden
zie ook: duffelen, bunselen, busselen, inbusselen, induffelen, toeduffelen
Ze heeft haar eigen (eigen, zijn ~) en haar dochterke goed aangeduffeld omdat ze een avondwandeling gaan maken in deze kou.
warm aankleden, met muts, handschoenen enz.
< van duffelen
zie ook: duffelen, aanduffelen
Met die kou heb ik de kleine goed ingeduffeld.
vnw: warm instoppen
Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (1950): (Zuidn.) warm inwikkelen, instoppen.
vgl. induffelen, aanduffelen
De wijven waren geduffeld in lange, zwarte mantels, de kap diep over den gebogenen kop en de boeren met hunnen blauwen kiel waaronder uit de dikke winterfrak bij ’t gaan hen in de hamen sloeg. (Stijn Streuvels – Dagen)
Xandee trok zich stilletjes terug en had zich in haar trainingsjack geduffeld maar nog had ze het koud. (nieuwsblad.be)
Anseele en Destrée waren warm geduffeld, met de pels rond hen, van de werkersorgansatie die volop hun gedacht deelde. (Vooruit – 1913)
Meester Spruyt trok zijn broek en jas aan over zijn pyjama, duffelde zich in een wollen sjaal, kroop in zijn winterse overjas, sprong op zijn fiets en … (De wraak van meneer Jules – Guy Prieels)
Warme, meestal blauwe frak die op typische manier met houten knopen in lussen dichtgeknoopt wordt en vandaar in NL ‘houtje-touwtje-jas’ genoemd wordt.
Is genoemd naar Duffel bij Antwerpen waar destijds de stof gemaakt werd. Het ww induffelen houdt hiermee ook verband.
< Duffel: Genoemd naar de plaatsnaam Duffel (bij Antwerpen), zoals al expliciet wordt vermeld in de eerste Engelse attestatie: These Duffields, so called from a Town in Brabant, where the trade of them first began ‘deze duffels, zo genoemd naar een Brabants stadje waar men deze begon te verhandelen’ (1677) M. Philippa
In Van Dale 1995: duffel, als de stofnaam en als de naam voor de frak.
Van Dale 2016 online: BE
Wikipedia: in België
vnw: duffelse jas, duffel, houtje-touwtjejas
zie ook verzamellemma kledij
Zo ne warme duffelcoat is eigenlijk voor de winter, maar jonge gasten dragen dat heel het jaar door. En ge hebt die met en zonder kap.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.