Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #91871

    maalplak

    Zakdoek. Ongeveer zoals het Haspengouwse maalplag, maar dan met een k.

    Hebste geine maalplak?

    Regio Maasland
    Bewerking door troelie op 03 Apr 2015 13:34
    1 reactie(s)

    #91872

    pitteleir
    (de ~ (m.), ~s)

    rokkostuum, pinguïnkostuum, kostuumvest met uitlopende punten
    synoniemen: pitteleer, billekletser, kontenkletser, kontekletser

    < etymologie: Frans, 18e eeuw: pet-en-l’air = letterlijk: wind in de lucht. De pet-en l’air was een damesvestje tot onder de poep.

    Voor de Karel zijn trouw moesten we allemaal in pitteleir komen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Apr 2015 13:28
    0 reactie(s)

    #91873

    muilen

    Het goed kunnen uitleggen. Niet alleen in het Maasland, ook in de Mijnstreek en de Kempen gebruikt men dit woord

    Staat ge weer te muilen? Ge hebt nog niet gezwegen.
    (dialect: stees te wier te moelen? de hebs nog nie gezwege.)

    Regio Maasland
    Bewerking door troelie op 03 Apr 2015 13:27
    0 reactie(s)

    #91874

    muilen

    Het goed kunnen uitleggen. Niet alleen in het Maasland, ook de Mijnstreek en de Kempen gebruikt dit woord

    Staat ge weer te muilen? Ge hebt nog niet gezwegen.
    (dialect: stees te wier te moelen? de hebs nog nie gezwege.)

    Regio Maasland
    Bewerking door troelie op 03 Apr 2015 13:26
    0 reactie(s)

    #91875

    kontenkletser
    (de ~ (m.), ~s)

    rokkostuum, jas met zwaluwstaart,
    zie synoniemen bij pitteleir

    De begrafenisondernemer draagt een kontenkletser.

    Regio Brugge
    Bewerking door de Bon op 03 Apr 2015 13:25
    0 reactie(s)

    #91876

    billekletser
    (de ~ (m.), ~s)

    rok, jas met zwaluwstaart
    zie synoniemen bij pitteleir;

    niet te verwarren met billenkletser

    De dirigent liet de panden van zijne billekletser zwaaien, toen hij voor het publiek applaus boog.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Apr 2015 13:24
    1 reactie(s)

    #91877

    pitteleer
    (de ~ (m.), ~s)

    pandjesjas
    zie synoniemen en etymologie bij pitteleir

    Nog ’s de dirigent in pitteleer die buigt voor het publiek.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 03 Apr 2015 13:23
    2 reactie(s)

    #91878

    pitteleir
    (de ~ (m.), ~s)

    rokkostuum, pinguïnkostuum, kostuumvest met uitlopende punten, zie ook pitteleer, billekletser, kontenkletser, kontekletser

    < etymologie: Frans, 18e eeuw: pet-en-l’air = letterlijk: wind in de lucht. De pet-en l’air was een damesvestje tot onder de poep.

    Voor de Karel zijn trouw moesten we allemaal in pitteleir komen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Apr 2015 13:21
    0 reactie(s)

    #91879

    klippelaar
    (de ~ (m.), ~s)

    een persoon die klippelt of met een knuppel noten uit een boom slaagt.

    zie ook klippel, klippelen

    Het is genoeg voor vandaag klippelaartje. Klippelt morgen nog maar wat verder. We moeten de noten nog uit de sloesters halen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:51
    1 reactie(s)

    #91880

    klippelen
    (ww., klippelde, geklippeld)

    met een knuppel slaan of gooien
    znw. het klippelen

    zie ook klippel, klippelaar

    In de herfst, als de noten rijp zijn, kunnen we ze uit de bomen klippelen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:49
    0 reactie(s)

    #91881

    klippel
    (de ~ (m.), ~s)

    knuppel, een stuk hout om mee te kloppen

    WNT: klippel: bijvorm van kluppel, klepel
    Oost-, West-en Zeeuws Vlaanderen, Noorderkempen en andere delen van Vlaams Brabant en wellicht nog elders.

    Met een klippel kunnen we de noten uit de boom klippelen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:46
    6 reactie(s)

    #91882

    ontsloesteren
    (ww. onsloesterde, ontsloesterd)

    ontbolsteren van een noot

    zie sloesteren

    Oudere mensen kennen het woord sloester nog perfect en ze deden het vroeger zelf nog wel: een noot ontsloesteren. (Waaskrant.be)

    Regio Waasland
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:31
    0 reactie(s)

    #91883

    ontsloesteren
    (ww. onsloesterde, ontsloesterd)

    ontbolsteren van een noot

    zie sloesteren

    Oudere mensen kennen het woord sloester nog perfect en ze deden het vroeger zelf nog wel: een noot ontsloesteren. (Waaskrant.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:31
    0 reactie(s)

    #91884

    sloesteren
    (ww. sloesterde, gesloesterd)

    de noten ontdoen van hun bolster

    zie ook sloester, ontsloesteren

    Van noten sloesteren, krijgt ge vuile handen.

    Een afleiding is ook ‘sloesteren’ in de zin van ‘noote sloesteren’ wat gewoon betekent ze ontdoen van hun bolster. (Waaskrant.be)

    Regio Waasland
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:30
    0 reactie(s)

    #91885

    sloester
    (de ~ (v.), ~s)

    notenbolster, de groene bast van een noot, pel van een (okker)noot.
    synoniem: slosse

    WNT: Sloestere, sloester, sloesteren, sloesteringhe: Bolster van een noot. Bast, dop, schil, vooral bolster van eene noot. In Zuid-Nederland
    > Mnl. sloestere. Het woord is wellicht één in oorsprong met ndl. snuisterij. Kil. en Plant. geven naast “sloester” ook een vorm “snoester”.
    - Ghelijckmen die bitter sloesteren Met suyker confeyt, houwaert, Lusth. d. M. 1, 136 (1582)
    - Gij neemt de sloester voor de pit; Komt hier, en leert, eer gij wilt schrijven, Wat in het hart der Belgen zit, j. v. rijswijck 1, 272.
    - Die groen schorsse oft sloesteringhe van noten, Receptenb.2 9. (Een nieu playsant hoofken van recepten. Thantwerpen, Jan Roelants, 1551. 8° (39 bll.).

    BEVEREN. Het nieuwe groot complex aan het OCMW zal drie namen krijgen. De Notelaar blijft voor het rusthuis maar er komen voor andere afdelingen dan nog twee namen bij: Notelarenhof en Sloester. Er werd dan nog eens gezocht in het dialect welke woorden er bestonden rond ‘notelaar en even kwamen ook de ’klippel’ en ‘klippelaar’ in beeld, woorden die gezegd worden bij het uit de boom slaan van noten. Maar deze woorden werden wat te agressief gevonden. En zo kwam het OCMW-bestuur bij ‘sloester’ terecht gekomen en werd dan toch de knoop doorgehakt en het werd ‘De Sloester’, een Bevers-Melseels dialectwoord voor bolster. (Waaskrant.be)

    Ache die nooten u:t ulder sloesters düt, si doaër krijchde vu:l â:nde va zi.’ (Als ge die noten uit hun bolsters doet, zie daar krijf-ge vuil handen van, zie)

    Regio Waasland
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:28
    0 reactie(s)

    #91886

    pellen
    (ww. pelde, gepeld)

    de plaaster van een muur afhalen tot op de blote muur

    VD online: gewestelijk: afbikken

    In de living gaan ze 1 van de dagen de plaaster van de muren pellen en daarna terug plekken.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:24
    0 reactie(s)

    #91887

    pel
    (de ~ (v.), ~len)

    huidschilfer, hoofdroos
    zie ook pellekes

    VD2013 online: gewestelijk, in ’t meervoud en in de verkleinvorm

    Ik weet dat ge er niks kunt aan doen, maar het is geen zicht: die pellekens op de revers van uw kostuum.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:18
    0 reactie(s)

    #91888

    sloester
    (de ~ (v.), ~s)

    notenbolster, de groene bast van een noot
    synoniem: slosse

    WNT: Sloestere, sloester, sloesteren, sloesteringhe: Bolster van een noot. Bast, dop, schil, vooral bolster van eene noot. In Zuid-Nederland
    > Mnl. sloestere. Het woord is wellicht één in oorsprong met ndl. snuisterij. Kil. en Plant. geven naast “sloester” ook een vorm “snoester”.
    - Ghelijckmen die bitter sloesteren Met suyker confeyt, houwaert, Lusth. d. M. 1, 136 (1582)
    - Gij neemt de sloester voor de pit; Komt hier, en leert, eer gij wilt schrijven, Wat in het hart der Belgen zit, j. v. rijswijck 1, 272.
    - Die groen schorsse oft sloesteringhe van noten, Receptenb.2 9. (Een nieu playsant hoofken van recepten. Thantwerpen, Jan Roelants, 1551. 8° (39 bll.).

    BEVEREN. Het nieuwe groot complex aan het OCMW zal drie namen krijgen. De Notelaar blijft voor het rusthuis maar er komen voor andere afdelingen dan nog twee namen bij: Notelarenhof en Sloester. Er werd dan nog eens gezocht in het dialect welke woorden er bestonden rond ‘notelaar en even kwamen ook de ’klippel’ en ‘klippelaar’ in beeld, woorden die gezegd worden bij het uit de boom slaan van noten. Maar deze woorden werden wat te agressief gevonden. En zo kwam het OCMW-bestuur bij ‘sloester’ terecht gekomen en werd dan toch de knoop doorgehakt en het werd ‘De Sloester’, een Bevers-Melseels dialectwoord voor bolster. (Waaskrant.be)

    Regio Waasland
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 03:15
    0 reactie(s)

    #91889

    koteren
    (ww., koterde, gekoterd)

    krabben, prutsen aan iets
    uitspraak: koter’n

    zie ook keuteren

    regio Waregem

    Wa zitte gij doar oltijd voort te koter’n aan die stove?
    (‘Wat zit jij daar toch te prutsen aan die kachel?’) (gavergids.be)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 03 Apr 2015 02:48
    1 reactie(s)

    #91890

    sloestie
    (de ~ (m.), ~s)

    een onverzorgde man

    regio: Waregem

    Een Belgische vriendin noemt de mannelijke variant van een vettige, slonzige vrouw, een sloestie. (supervisionair.nl)

    Ne froaie (fraai) sloestie en ’n vuile grèttote. (een onverzorgde man en een vuile spotzieke man.) (gavergids.be)

    Ee je gister’n dink gezien ip ’n teevee mee zijn lang ‘oar en zijn ‘imde op’n? ’t Woa lijk ne sloestie! (‘Heb je gisteren dinges gezien op TV, met zijn lang haar en zijn hemd helemaal open? Hij was zo onverzorgd!’) (gavergids.be)

    Onslow uit de serie ‘Schone Schijn’ is ne sloestie.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 03 Apr 2015 02:42
    7 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.