Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
SN/NL: puntkomma, semicolon (leesteken)
opm.: ‘puntkomma’ wordt ook in VL gebruikt
zie ook punt, dubbelpunt, afkappingsteken, uitroepingsteken; spatiegebruik bij leestekens
As ge ni zeker zijt of dat e kommapunt gepast is, kunde best een gewone komma gebruiken, da valt minder op voor taalverbeteraars.
Gebruik alle interpunctietekens (punt, puntkomma/kommapunt, dubbelepunt, open de haakjes, sluit de haakjes, open de aanhalingstekens, sluit de aanhalingstekens, copyrightteken of -symbool, merkteken of -symbool, plusteken of -symbool, enz.), en ook “nieuwe alinea” en “nieuwe regel” terwijl u dicteert. (speechware.beà
Typografie: er wordt geen spatie geplaatst voor de leestekens dubbelpunt, vraagteken, kommapunt; er wordt één spatie gelaten na een punt. (kzm.be)
Een tekst tot op het laatste kommapunt afwerken geeft mij telkens weer dat rollercoastergevoel. (sofieschrijft.be)
De vertalers permitteren zich bijvoorbeeld om de lange zinnen soms door te knippen en een punt te zetten waar Proust een kommapunt gebruikte. Dat had Proust in het Frans zelf ook gekund, want hij overdrijft soms met zijn kommapunt. (bruzz.be)
- het weglatingsteken, aanhalingsteken
- een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel (’) dat de weglating van een of meer letters aanduidt, of dat we gebruiken om een open lettergreep open te houden als er bijvoorbeeld een uitgang of achtervoegsel volgt. Voorbeelden: m’n vriendin; opa’s fiets; een baby’tje. (woordenlijst.org)
SN: apostrof
zie ook punt, dubbelpunt, kommapunt, uitroepingsteken
Het woord ‘afkappingsteken’ wordt zelden gebruikt door Nederlanders.
Het afkappingsteken wordt niet alleen als leessteken gebruikt maar ook als symbool voor de boogminuut: 2’ voor twee minuten.
In de wiskunde duidt een afkappingsteken op de afgeleide: men schrijft dan f’(x) (uit te spreken als “f accent”) als korte notatie voor df/dx. (wikipedia)
Voor het gebruik van het afkappingsteken in het VW: zie bij trefwoord link.
wrijven, schuren
uitspraak: /’r.e s.e(n)/; /ui/ wordt kort uitgesproken
schrijfvarianten: reusen, reussen
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Wrijven, schuren.
Ruysschen. … Scabere, terere, fricare, Kiliaan
“Mé’ ‘ne’ wolle’ lap over ’t zilverwerk ruis(ch)en om ’et te doen blinken”, Cornelissen-Vervliet (1899).
“Hij ruis(ch)te mè’ zijn zwarte handen deur ze’ gezicht”, Aldaar.
“Als er iet in oew oog gevlogen is, meugde er nie’ in ruis(ch)en”, Aldaar.
Van Dale etymologisch woordenboek: verwant met het Noors “rusk” afval; vroegere spelling ruysschen (1599)
zie ook rosjen
Ge moet goed reussen op die koperen kandelaar, dat ’m blinkt.
Reust eens over mijne rug, dat jeukt onder mijn linker vleugel.
“Gewoon het bad in, nekvel vast houden, nat maken, inruisen me shampoo, afspoelen en daarna goe drogen me nen handdoek!” (hondenvrienden.be)
verouderd, college van schepenen en een schout (zie laatste voorbeeldzin)
zie ook: schepeneed
In iedere stad en in elke heerlijkheid was er een schepenbank bestaande uit zeven schepenen met een schout en dikwijls nog een secretaris. (heemkundebrustem.be)
In het Gerechtshof zetelde de Schepenbank op de eerste verdieping. Daar bevond zich ook een gevangenis voor de voorhechtenis, een wacht- en een schrijfkamer. (Lanaken)
De schepenbank was aanvankelijk een regionale rechtbank, maar ontwikkelde zich later in de Middeleeuwen tot een politiek orgaan dat vergelijkbaar is met wat tegenwoordig een ‘gemeente’ is. Schepenbanken waren de voorlopers van de tegenwoordige schepencolleges in België en de colleges van burgemeester en wethouders (B&W) in Nederland. (historiek.be)
wrijven
juiste spelling: ruisen
“… en das zeker ni goe voor uw ketting. Gewoon me een vod en citrusontvetter er is over reussen tot ze proper is, en dan terug inspuiten.” (9lives.be)
droog, broos, poreus
WNT: kort > kortbrekig, kortbrokkig, bros. In Z.-Nederl.
Die toastjes zijn kortbrokkig, voorzichtig dat ge ze niet allemaal breekt als ge ze belegt.
droog, broos, poreus, fragiel
WNT: kort > kortbrekig, kortbrokkig, bros. In Z.-Nederl.
Die toastjes zijn kortbrokkig, voorzichtig dat ge ze niet allemaal breekt als ge ze belegt.
wrijven
1599: Ruysschen,… (Kiliaan)
Uitdrukking: “Ik zal es over zijn been moeten rosjen”: Als je iets van iemand gedaan wil krijgen.
Na veel rosjen kreeg ik die vlek dan toch uit m’n broek.
behoudens, behalve, ongerekend
vnw: in het Nederlands een voegwoord, in België ook als voorzetsel gebruikt
-tenzij + zelfst. nw.: behalve, uitgezonderd
znwb: Behoudens, onder voorbehoud van; behalve, uitgezonderd. Opm.: In de standaardt. altijd als voegw. met de bet.: behalve indien.
Het is binnenkort verboden om in het parlement nog drank te gebruiken, tenzij koffie en water.
afhaken, opgeven
We zouden samen gaan zwemmen, maar op het laatste moment beelde hij toch wel weeral zeker!
> andere betekenissen van belen
mislukt, gefaald
vnw: gezakt voor een examen, gesjeesd
Wetstratees (ook, mbt politiekers): niet herverkozen
vroeger verwees het woord naar een tekort in het onderwijs, nu is het gebruik veel algemener
“Om een gebuisd klimaatbeleid te voeren doet elke Vlaamse minister zijn duit in het zakje”(Rob Beenders in Knack 29/01/15)
“VTM zag er geen graten in om hem als gebuisd politicus weer een hoge functie te geven in de binnenlandse nieuwsdienst.”(Jef Coeck in salon van Sisyphus, 19/04/12)
> andere betekenis van gebuisd
uitspeken, uitspuwen, uittuffen, uitspugen
- Mijne tuttefrut is helemaal uitgesjikt.
- Sjikt dien dan toch uit, maar in de vuilbak dan.
achterdeel, kont, zitvlak, zitwerk, reet , gat, hol, aars, anus, poeper, poepgat
vnw: •achterste, achterwerk, billen, bips
-iemand op zijn poep geven: iemand een pak voor zijn billen geven
DS2015 geen standaardtaal
De gebruikelijke Nederlandse betekenis van uitwerpselen of stront wordt in Vlaanderen niet gebruikt. Uitzondering hierop is hondenpoep, hoewel de Vlaming eerder hondenstront zal verkiezen.
< Volgens sommige etymologen zou poep komen van het Franse poupe: achtersteven van een schip, Latijn puppis
zie ook voorpoep; poepzitten; klets op de poep
Zet u neer op uw poep.
Als ge niet braaf zijt, krijgt ge een klets op uw poep.
Dat student Lloyd aarzelend op haar poep had gemikt om de omvang van de blauwe plek te beperken, kon Joke geen barst schelen. (standaard.be)
Houd uw poep lekker warm met ‘swants’ – De Standaard
Op het eind ging De Bruyne, na een zoveelste ren, op de poep zitten. Krampen. Zich helemaal te pletter gelopen. (demorgen.be)
dat is straf
vnw: dat zijn toeren: dat is kras, dat zijn rare dingen
woorden-boek.nl: Zuid-Nederlands
VD2014 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
zie toer
Dat zijn toeren! Mijn grasmachine komen lenen en het kapot terug in mijn kot zetten.
Wat voor toeren zijn dat nu? Banken die geld vragen omdat ge uw eigen geld terug wilt!
gezegde: Dat zijn toeren, gaan poepen bij de hoeren!
op de lappen gaan, een pint gaan pakken, op zwier gaan
vnw: op toer gaan: aan de zwier gaan
VD online: gewestelijk
- Waar gaat onze Jef henne?
- Weet het niet just, hij gaat op toer zeker, gelijk elke zaterdag.
beurt
zie ook overtoer
< Frans: c’est à mon tour
toer + vz.:
- om toer: om beurt
- op toer: om de beurt
vnw: beurt
- ieder op zijn toer: om de beurt
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Nu is het mijnen toer om bellekentrek te doen.
Geen ruzie maken, mannekes. Ge moogt ieder op toer met die pop spelen.
In pingpong moogt ge om toer opgeven.
beurt
zie ook overtoer
< Frans: c’est à mon tour
toer + vz.:
- om toer: om beurt
- op toer: om de beurt
vnw: beurt
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Nu is het mijnen toer om bellekentrek te doen.
Geen ruzie maken, mannekes. Ge moogt ieder op toer met die pop spelen.
In pingpong moogt ge om toer opgeven.
wandeling, rondje
vnw: een toerke doen/maken: een ommetje, een wandelingetje maken
Van Dale: Belgisch-Nederlands, informeel, verkleinvorm
Ik ga een toerke rond de blok lopen.
Zelfs moe zijnde, toch nog voortgaan, meestal tegen zijn zin omdat men niet anders kan (of moet).
vnw:
•strompelen, struikelen, zich moeilijk voortbewegen
•sukkelen, knoeien
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): ook taffelen: Zich moeilijk voortbewegen, sukkelachtig gaan, strompelen.
“Hij taffelt daar voetje veur voetje over de’ pad”, Cornelissen-Vervliet (1903.
“Dat oud wijfken tjaffelt nog alle dagen naar de kerk”, Aldaar.
“Hij wilde haar niet meer genaken en ging al den overkant alleen. Hij … tjaffelde op zijn zwakke beenen … en zwijgend vonden zij hun huis”, Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
zie andere betekenis bij tjaffeln
Ziet ons hier door de regen tjaffelen. Zou het nog ver zijn?
weglaten, uitstellen, niet doen
ook: niet aan doen
Wordt niet echt vervoegd, meestal (uitsluitend?) in de gebiedende wijs
Laat uit he! Nu niet beginnen te stofzuigen, de koers begint direct.
Afwassen? Laat dat voorlopig maar uit, we zullen dat straks samen wel doen.
‘Als mijn moeder op bezoek komt, kan ze haar trui uitlaten. Als ik bij haar thuis kom, valt het mij op dat de gangen zo koud zijn.’ (standaard.be)
> andere betekenis van uitlaten
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
