Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
een klein langwerpig verband om een open wonde te verzorgen
MNW: wieke: Wiek, tampon, pluksel voor een wonde, windsel. Kil. wiecke, wondwiecke
Woordenboek der Nederlandsche Taal: De oudste bet. is ‘pluksel, lap’ terwijl de bet. ‘vleugel’ als secundaire bet. moet worden gezien.
(In een medicijn, een zalf gedompeld) pluksel van linnen, katoen of vlas dat in een wond gestoken wordt om het bloeden te stelpen, de wond af te sluiten en het geneesmiddel toe te dienen.
Na de operatie aan mijn linker kaakgewricht hebben ze een wiek in mijn oor gestoken om het wondvocht op te nemen.
In de open wonde heeft men een wiek gestoken om het vuile overtollige wondvocht op te nemen.
Elke dag wordt de wiek uit de open wonde ververst zodat de incisie aan de opperhuid kan genezen.
De lont van een kaars of olielamp.
syn. lemmet, pit
VMNW: Wieke: lampepit: Oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: De oudste bet. is ‘pluksel, lap’ terwijl de bet. ‘vleugel’ als secundaire bet. moet worden gezien.
Ge moet de wiek terug naar boven halen. Ze brandt bijna niet meer.
sodakristallen
< uitspraak: potdas, potdassen
zie ook Sien en Maria
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Potasch: Ndl. potash. Scheikundige verbinding: kaliumcarbonaat. Aanvankelijk bereid uit plantenasch, en waarschijnlijk aldus genaamd omdat zij in zuiveren toestand in potten werd bewaard. Wordt gebruikt bij het schoonmaken, naast zeep of soda.
Sinds men … de soda tot veel geringeren prijs in den handel brengt dan de potasch, is deze laatste slechts bij die takken van nijverheid in gebruik gebleven, waar zij niet door soda kon worden vervangen, (krecke, Chem. Technol. 216 1881).
Als je thermosfles aanslag van koffie heeft, dan krijg je dat helemaal proper door er een beetje potdassen met warm water in te doen. Laten weiken en ’t is weer proper!
- trede van een trap
- sport van een ladder
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Elk van de onderling op gelijke hoogte terugwijkend boven elkaar gelegen vlakken waarlangs men naar een hooger punt kan opklimmen, resp. naar beneden afdalen; trede. Niet meer algemeen gebruikelijk, het meest wellicht nog als verkleinwoord.
Pas op bomma, er is nog één trappeke!
“Na zijn middageten legt mama Bram in zijn beddeke. Als ze naar beneden gaat slaat ze haar voet om op het laatste trappeke. Daar ligt mama …”bloggen.be 16 sep. 2007)
Het onderste trapke van de leer is kapot.
Soort van zoetekoek maar bestaande uit 3 lagen. Bovenste laag: peperkoek in het midden soort marsepein en de onderste laag opnieuw peperkoek.
Regio Uitkerke-Zeebrugge-Knokke-Heist
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij janhagel: In Vlaanderen heet dit gebak Jan Hagel en zijn maat
‘Janhagel’ betekent in het Nederlands ‘gepeupel’. Op het einde van de achttiende eeuw werden jonge mannen naar het leger gelokt met onder meer soldatenkoeken.
Wat eet je daar bij de koffie?
Janhagel en zijn maat.
(positief) deugnietje
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij sperwaan:
— sperrewaan, sporewaan, SPORREWAAN — Een gedissimileerde vorm naast Middelnederlands sperware. Nog gewestelijk in Zuid-Nederland.
?1. Sperwer.
?2. Bewegelijk kind.
“Welk een rap sporrewaan is dat!” De Bo (1873).
sperwaan
Ons jongentje zit aan alles, is altijd bezig, hij is een echte sporrewaan.
“Kinderdagverblijf ’t Sporrewaan Veurne.”
soort, genre
(verouderd in Nederland)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands specie. Ontleend aan latijn species.
Dat es een speize van verf/broek/grond/ …
“Is em hert (hard) ziek? Ja, hij heet ’n specie van fleuris (pleuris).” P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1936, 1938, 1939). Idioticon van het Antwerpsch Dialect – Bijvoegsel.
roddelen; uitspraak kommeeren
zn. komeer = roddelaar(ster) < Frans commère
ook in West-Vlaanderen
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij commeer: commeeren, babbelen, kletsen, kwaadspreken, in Zuid-Nederland nog in gebruik
Die twee zijn aan het komeren over hun buurvrouw.
Die komeer is weer alles aan het vertellen.
roddelen; uitspraak kommeeren
zn. komeer = roddelaar(ster) < Fr. commère
ook in West-Vlaanderen
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij commeer: commeeren, babbelen, kletsen, kwaadspreken, in Zuid-Nederland nog in gebruik
Die twee zijn aan het komeren over hun buurvrouw.
Die komeer is weer alles aan het vertellen.
zijn broek laten zakken
in Oost- en West-Vlaanderen
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij afsteken: In Zuid-Nederland nog bekend, ook met af in andere bet. Voorheen ook in Noord-Nederland:
1. Afduwen, afstooten, afwerpen.
— De broek afsteken, afstrijken.
De demonstranten staken gezamenlijk hun broek af.
In totaal heeft de politie drie meldingen gekregen over een naakte man die op verschillende locaties in de regio zijn broek afsteekt. (vrt.be)
zak van kledingstuk
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij Tasch:
Modern lemma: tas
in Zuid-Nederland en ’t Oosten van Noord-Nederland veelal TESCH, TESSCHE.
De vorm tes(ch) werd nog in de 17de eeuw ook in Noord-Nederland vaak in geschrifte gebruikt, niet alleen in het rijm maar ook daarbuiten: blijkbaar was hij voor verschillende schrijvers de gewone; later treft men hem alleen in zuidnederlandse werken aan.
ook in Vlaams Brabant, Limburg
Van “merci” heb ik men tessen vol.
(Van “merci” heb ik mijn zakken vol.)
Haal uw pollen uit uw tes.
(Haal je handen uit je zak.)
hevig bewegen, zich erg inspannen, klauteren
zie ook krawietelen.
Woordenboek der Nederlandsche Taal— KLAVIESTEREN —, onz. zw. ww. (De Bo (1873); Cornelissen-Vervliet); Loquela (Wdb.) (1907).
Klauteren. Verg. klaasteren, klabasteren, klawieteren, klawetteren enz.
Je en nog e bitje moeten klawiesteren voe der te geraken wij.
(Je zal nogal een beetje moeten voortmaken om er te geraken hoor!)
- weg, verdwenen, ook gebruikt voor gestolen
- weg zijn, er van onder muizen
Wordt gebruikt met hulpwerkwoord ‘zijn’, maar ook wel met ‘spelen’.
Herkomst:
- Waarschijnlijk van het Spaanse “escampar” (vluchten) of van het soortgelijke Italiaanse “Scampa via !” (scheer je weg).
- volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ontleend aan een afleiding van Frans escamper, misschien aan escampativos.
- volgens Van Dale: schampavie < Spaans escampavia (licht vaartuig dat zich gemakkelijk kan verplaatsen), van escampar (de wijk nemen)
Van Dale online: BE: spreektaal: verdwenen
schampavie spelen: geruisloos verdwijnen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Alleen in de verbindingen schampavie spelen, zich wegpakken, de plaat poetsen, uitknijpen en schampavie zijn, er van door zijn. In Zuid-Nederland.
zie ook schamplavie
Ik ben schampavie, ik ben er van door.
Toen de beklaagde moest verschijnen voor de rechter, speelde hij schampavie.
Mijn auto is schampavie, hij is gestolen.
Het jongentje was hier aan het spelen, maar al met ne keer was hij schampevie. (West-Vlaanderen)
- weg, verdwenen, ook gebruikt voor gestolen
- weg zijn, er van onder muizen
Wordt gebruikt met hulpwerkwoord ‘zijn’, maar ook wel met ‘spelen’.
Herkomst:
- Waarschijnlijk van het Spaanse “escampar” (vluchten) of van het soortgelijke Italiaanse “Scampa via !” (scheer je weg).
- volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ontleend aan een afleiding van Frans escamper, misschien aan escampativos.
- volgens Van Dale: schampavie < Spaans escampavia (licht vaartuig dat zich gemakkelijk kan verplaatsen), van escampar (de wijk nemen)
Van Dale online: BE: spreektaal: verdwenen
schampavie spelen: geruisloos verdwijnen
WNT: Alleen in de verbindingen schampavie spelen, zich wegpakken, de plaat poetsen, uitknijpen en schampavie zijn, er van door zijn. In Zuid-Nederland.
zie ook schamplavie
Ik ben schampavie, ik ben er van door.
Toen de beklaagde moest verschijnen voor de rechter, speelde hij schampavie.
Mijn auto is schampavie, hij is gestolen.
Het jongentje was hier aan het spelen, maar al met ne keer was hij schampevie. (West-Vlaanderen)
lomperik, onbeschofterik, botterik,
Wa voor ne gestampten boer hebbe ze hier nu weer binnegesmeten (binnensmijten), die zegt nie eens goeiendag.
delven, spitten, graven
(deletie van de l in “daalven”)
- Boer Jan had een put ‘gedoalven’ om er een nieuwe rioolbuis in te plaatsen en s’nachts was een van zijn schapen erin getuimeld
- in de Westhoek zijn ze nog steeds aan het ‘daolven, of daoven’ naar springtuig uit de oorlog.
(politiek) samenwerking van christendemocratie en liberalen
“Men beklemtoont fel dat dit een nieuwe regering is’, zegt De Wever in Terzake. ‘Ze heeft zelfs een nieuwe naam, de oranje-blauwe regering, met nieuwe programmapunten zoals het klimaat.” (DS 101218)
“Toen Yves Leterme fragmentarisch een aantal oranje-blauwe deelakkoorden sloot, waardoor het rechtse programma van deze in opbouw zijnde regering duidelijk werd, nam ook binnen de PS de zin toe om er in de oppositie hard tegenaan te gaan.” (https://www.sampol.be/2008/01)
(politek) samenwerking van christendemocratie en liberalen
“Men beklemtoont fel dat dit een nieuwe regering is’, zegt De Wever in Terzake. ‘Ze heeft zelfs een nieuwe naam, de oranje-blauwe regering, met nieuwe programmapunten zoals het klimaat.” (DS 101218)
de werkgevers als georganiseerde groepering, werkgeversorganisatie
Van Dale online: BE, bij de vakbonden de gezamenlijke werkgevers, m.n. als tegenpartij van de bonden
Voor de regering is het nooit eenvoudig om de sociale vrede te bewaren: het patronaat heeft zo zijn eigen standpunten.
“Oranje-blauw rechtser dan patronaat vraagt” (Titel)
Het oranje-blauwe akkoord rond migratie dient enkel de werkgevers. (HLN091007)
“patroons, patronaat”
Niet gebruiken voor: werkgevers, werkgeversorganisatie.
Van een patroon is sprake als eigenaar en baas samenvallen, zoals in de negentiende eeuw vaak het geval was. In alle andere gevallen is patroon verouderd en is werkgever de beste term. De werkgevers zijn gegroepeerd in werkgeversorganisaties, zoals het VEV." (http://www.vrt.be/)
inwoonster van Brussel
“Mo da’s geen echte Brusseles, he, want as ze Nederlands spreekt, is het van Gent. Wanneer is iemand een echte Brusseles? Brusselaar? Die neffest mij zit, Jaqueline.” (http://deschaarbeeksetaal.be/w/Brusseles)
Anne Teresa De Keersmaeker mag zich “Brusseles van ’t joêr” noemen (vrt.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.