Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
mispel (struik/boom) – mispelboom
“In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd ‘mispelaar’ herkend door:
56 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen." (nl.wiktionary.org/wiki/mispelaar)
zie ook verzamellemma groenten en fruit
De botanicus Linnaeus gaf aan de mispelaar de wetenschappelijke naam Mespilus germanica L. omdat hij dacht dat die in Duitsland van nature groeide. Maar de mispel is niet echt inheems, wel is hij reeds voor de Middeleeuwen bij ons ingevoerd. Hij is wel inheems in de loofbossen van Klein-Azië, Noord-Iran en de Kaukasus. (blog.natuurlijkemoestuin.be)
Ze bloeien meestal aan het einde van de hoofd- en zijtakken. Een mispelaar is zelfbevruchtend. (FruitWijzer, provincieantwerpen.be)
Een Vlaming met een degelijke lochting – of een winkelkar – heeft al wel eens namen nodig om de vruchten en planten te benoemen die uiteindelijk op zijn talloor moeten terechtkomen, al dan niet na ze eerst te schellen. Ook wanneer zijn moestuin het slachtoffer is van moeskoppen, dient hij de polies duidelijk te kunnen informeren.
Vruchten/planten:
patatten
selder, knolselder, bleekselder
porei
witloof
zurkel
eierplant
sluimererwten
ajuinen
pijpajuin
look
salaad
sojascheuten
suikerboonen
tomatten
fraizen
pompelmoes/-zen
appelsienen
mandarinnen
pechen
kruisbessen
appelen
okkernoten
vuistnooten
Bomen:
abrikozelaar, appelaar, kerselaar, mispelaar, notelaar, olijvelaar, perelaar, perzikelaar, pruimelaar, rozelaar, vijgelaar
Verwerkte producten:
fruitsap, appelsiensap, fruitsla, confituur, gelei, stoemp, fruitpap, groentepap, patattenpuree, suikerboon, seldersoep
Varia:
groentjes, zesser, twaalver
-
rozenstruik
“In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd ‘rozelaar’ herkend door:
42 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.” (nl.wiktionary.org/wiki/rozelaar)
zie ook verzamellemma groenten en fruit
Voor het beschermen van uw rozelaars in potten of op geënte stam (stamrozelaar), handel op het juiste moment, niet te laat, maar zeker ook niet te vroeg… (magische-tuinen.be)
abrikoos (struik/boom) – abrikozenboom
zie ook verzamellemma groenten en fruit
De eerste échte fruitbomen staan in bloei. De pruimelaar ‘Sanguine de Wismes’ en de abrikoos ‘Tomcot’ bloeien al sinds zondag. De abrikozelaar staat sinds maandag in bloei. (fruitberg.blog)
Verder verborgen zich de ruwe baksteenen achter waaiervormige morellenboomtjes, en onder den opgeleiden abrikozelaar in de noenzon. (Wazenaar, Een Vlaamsche jongen, dbnl.org)
de middagzon
zie ook noen
Verder verborgen zich de ruwe baksteenen achter waaiervormige morellenboomtjes, en onder den opgeleiden abrikozelaar in de noenzon. (Wazenaar, Een Vlaamsche jongen, dbnl.org)
Wel gestopt na het werk aan de noenzon voor een pintje of 5 nadien met de hond gaan wandelen. (bloggen.be)
zie ook noen
Verder verborgen zich de ruwe baksteenen achter waaiervormige morellenboomtjes, en onder den opgeleiden abrikozelaar in de noenzon. (Wazenaar, Een Vlaamsche jongen, dbnl.org)
Wel gestopt na het werk aan de noenzon voor een pintje of 5 nadien met de hond gaan wandelen. (bloggen.be)
abrikoos (plant) – abrikozenboom
zie ook verzamellemma groenten en fruit
De eerste échte fruitbomen staan in bloei. De pruimelaar ‘Sanguine de Wismes’ en de abrikoos ‘Tomcot’ bloeien al sinds zondag. De abrikozelaar staat sinds maandag in bloei. (fruitberg.blog)
Verder verborgen zich de ruwe baksteenen achter waaiervormige morellenboomtjes, en onder den opgeleiden abrikozelaar in de noenzon. (Wazenaar, Een Vlaamsche jongen, dbnl.org)
perzik (boom) – perzikenboom
tefrente varianten: perzelaar, pechelaar, …
zie ook peche; verzamellemma groenten en fruit
ik heb er zelfs 5, appelbomen. En een stuk of vier perenbomen. En twee pruimelaars. En een perzikelaar. ’t was dus een verantwoorde investering :-) (eigenwijzetuin.be)
Een gezonde perelaar in dezelfde tuin bleek niet aangetast, evenals een derde hoogstamperelaar, een perzikelaar en enkele appelaars die zich binnen een straal van zowat 100m errond bevonden. (phegea.org)
Een Vlaming met een degelijke lochting – of een winkelkar – heeft al wel eens namen nodig om de vruchten en planten te benoemen die uiteindelijk op zijn talloor moeten terechtkomen, al dan niet na ze eerst te schellen. Ook wanneer zijn moestuin het slachtoffer is van moeskoppen, dient hij de polies duidelijk te kunnen informeren.
Vruchten/planten:
patatten
selder, knolselder, bleekselder
porei
witloof
zurkel
eierplant
sluimererwten
ajuinen
pijpajuin
look
salaad
sojascheuten
suikerboonen
tomatten
fraizen
pompelmoes/-zen
appelsienen
mandarinnen
pechen
kruisbessen
appelen
okkernoten
vuistnooten
Bomen:
abrikozelaar, appelaar, kerselaar, mispelaar, notelaar, olijvelaar, perelaar, perzikelaar, pruimelaar, rozelaar, vijgelaar
Verwerkte producten:
fruitsap, appelsiensap, fruitsla, confituur, gelei, stoemp, fruitpap, groentepap, patattenpuree, suikerboon, seldersoep
Varia:
groentjes, zesser, twaalver
-
perzik
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje) om het woord te beluisteren
< Frans: pêche > Latijn persicum (Perzisch)
zie ook appelkok, piës, priësel; verzamellemma groenten en fruit
puzze (= perzik, Stekene)
Moet gij een peche hebben of een appel?
ruimte waar je een stempel voor je werkeloosheidsuitkering kunt bekomen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: herkomst zie doppen
lokaal waar men zijn arbeids- of stempelkaart kan laten afteekenen of afstempelen.
zie ook: dop, aan den ~ zijn, dopper, dopgeld, dopkaart, beroepsdopper
Ikzelve zag eruit als de eeuwige student, die nooit zijn diploma haalt maar zich wel ieder jaar opnieuw inschrijft in een alweer andere studierichting die linea recta naar het doplokaal leidt en de hardwerkende Vlaming op kosten jaagt. (Louis van Dievel)
‘On de deure van ’n doplokaal, in ’n lange rij, sto ne joenge gast, te wachte tottem zijne stempel krij’… (De Strangers, den dopper)
vleierij
zie ook: zeem aan zijn baard strijken
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Gewestelijk in Vlaams-België.
Dat oud wijf. ’t is eene eindelijke (très grande) zeemege …, ’t is al zeemerij die uit haar mond komt, Verz. Gezelle (Loker, voor 1899).
Zeg maar wat ge nodig hebt want met die zemerij moet ge bij niet niet afkomen.
De IJzeren Rijn is de spoorlijn tussen Antwerpen (België) en Mönchengladbach (Duitsland), via Neerpelt, Weert en Roermond. Een deel van de spoorlijn is buiten gebruik, een groot deel wordt nog wel gebruikt voor goederen- en reizigersvervoer. (Wikipedia)
Peeters benadrukt in Berlijn belang IJzeren Rijn (Titel)
Vlaams minister-president Kris Peeters heeft maandag in de rand van het Vorstelijk bezoek aan Berlijn een pleidooi gehouden voor de zogenaamde ‘IJzeren Rijn’, de spoorverbinding tussen de haven van Antwerpen en het Ruhrgebied. (17/02/14 DS)
een hielstuk in een kloon: door een inkerving te maken om de hiel/hak tot zijn recht te laten komen. (zie reactie 1, kappen, fig. 11)
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klamp: Bij de bo (1873): Klamp. m. … Hielstuk van eene leers, schoe of kloef, fr. talon de botte, de soulier, de sabot.
Bij blokmakers (klompenmakers).
Klamp, znw. v. … Uitgekapt deel van den blok dat gaat van den tree tot den hiel. Joos (1900-1904).
Aan de onderkant van de blok werd met behulp van een destel een klamp gemaakt.
1. zwengel, hefboom
2. gebogen houten balk tussen paard en koets
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
(Gewestelijk in Vlaams-België) Houten, soms lichtgebogen, horizontale balk tusschen een paard of een span paarden en een wagen of ploeg. De zwingel is met een haak rechtstreeks verbonden aan den wagen of ploeg of aan een anderen balk (trekknuppel) en derhalve beweegbaar; op ieder uiteinde van den zwingel is met een haak weer een beweegbare balk bevestigd waaraan de trekstangen worden ingehaakt.
3. de stang van een remork om aan een trekhaak vast te maken
4. pak slaag, rammeling
zie ook: zwong
1. In de garage van mijn pa stond nog een waterpomp met een zwingel om met de hand water uit de regenput te pompen.
De motor van de eerste auto’s moest men in gang draaien met een zwingel.
2. Een koets met een zwingel aan een paard vastbinden is niet gemakkelijk voor een beginneling. Ge moet zien dat dat zeker niet op uw tenen komt te vallen.
3. De kop van de zwingel van de remork moet goed vastzitten aan de kop van de trekhaak van de auto, anders hebt ge kans dat de remork een eigen leven gaat leiden.
4. Gij verdient toch nen zwingel rond uw oren, hè man!
Moet ge wat zwingel krijgen? Nee, stopt er dan mee.
1. zwengel, hefboom
2. gebogen houten balk tussen paard en koets
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
(Gewest. in Vl.-België) Houten, soms lichtgebogen, horizontale balk tusschen een paard of een span paarden en een wagen of ploeg. De zwingel is met een haak rechtstreeks verbonden aan den wagen of ploeg of aan een anderen balk (trekknuppel) en derhalve beweegbaar; op ieder uiteinde van den zwingel is met een haak weer een beweegbare balk bevestigd waaraan de trekstangen worden ingehaakt.
3. de stang van een remork om aan een trekhaak vast te maken
4. pak slaag, rammeling
zie ook: zwong
1. In de garage van mijn pa stond nog een waterpomp met een zwingel om met de hand water uit de regenput te pompen.
De motor van de eerste auto’s moest men in gang draaien met een zwingel.
2. Een koets met een zwingel aan een paard vastbinden is niet gemakkelijk voor een beginneling. Ge moet zien dat dat zeker niet op uw tenen komt te vallen.
3. De kop van de zwingel van de remork moet goed vastzitten aan de kop van de trekhaak van de auto, anders hebt ge kans dat de remork een eigen leven gaat leiden.
4. Gij verdient toch nen zwingel rond uw oren, hè man!
Moet ge wat zwingel krijgen? Nee, stopt er dan mee.
1. klauteren, klefferen
2. hard werken, zwoegen
zie ook klauwieren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: KLAWIETEREN; KLAWIJTEREN (Brab.); daarnaast KLAWIESTEREN, KLAVIJSTEREN
Alleen in Vlaamsch België. Deels gelijkbet. met KLAUTEREN, deels met KLAUWIEREN. Zie de wdbb. van De Bo (1873), Joos (1900-1904), Cornelissen-Vervliet; Loquela (Wdb.) (1907)
1. Hij klawieterde de berg op zonder moeite.
2. Hij heeft een hele dag in den hof geklawieterd.
> andere betekenis van klawieteren
opklaren
zoals alle werkwoorden die het weer beschrijven is het onderwerp altijd “het” (het regent, het sneeuwt, het hagelt, het klawietert)
’t Klawietert se, kom, we gaan naar buiten.
> andere betekenis van klawieteren
1. klauteren, klefferen
2. hard werken, zwoegen
zie ook klauwieren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: KLAWIETEREN; KLAWIJTEREN (Brab.); daarnaast KLAWIESTEREN, KLAVIJSTEREN
Alleen in Vlaamsch België. Deels gelijkbet. met KLAUTEREN, deels met KLAUWIEREN. Zie de wdbb. van De Bo (1873), Joos (1900-1904), Cornelissen-Vervliet; Loquela (Wdb.) (1907)
1. Hij klawieterde de berg op zonder moeite.
2. Hij heeft een hele dag in den hof geklawieterd.
1. klauteren, klefferen
2. hard werken, zwoegen
zie ook klauwieren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: KLAWIETEREN; KLAWIJTEREN (Brab.); daarnaast KLAWIESTEREN, KLAVIJSTEREN
Alleen in Vlaamsch België. Deels gelijkbet. met KLAUTEREN, deels met KLAUWIEREN. Zie de wdbb. van De Bo (1873), Joos (1900-1904), Cornelissen-Vervliet; Loquela (Wdb.) (1907)
1. Hij klawieterde de berg op zonder moeite.
De klimop tegen de muur is al farm hoog geklawieterd.
2. Hij heeft een hele dag in den hof geklawieterd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.