Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    pree

    De beschrijving van deze term werd 11 keer aangepast.

    Versie 11

    pree
    (de ~ (v./m.), ~s)

    zakgeld

    zie ook zondag

    Van Dale: zelfstandig naamwoord • de v/m • g.mv.
    < 1791 < Frans prêt (le­ning, sol­dij)
    BE; spreek­taal
    4. zak­geld

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een frank voor zijne pree” Rutten (1890) (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 Jul 2018 13:50
    1 reactie(s)

    Versie 10

    pree
    (de ~ (v./m.), ~s)

    zakgeld

    zie ook zondag

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een frank voor zijne pree” Rutten (1890) (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 Jul 2018 13:49
    1 reactie(s)

    Versie 9

    pree
    (de ~ (m./v.), ~s)

    zakgeld

    zie ook zondag

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een frank voor zijne pree” Rutten (1890) (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door stevendv op 09 Apr 2018 20:12
    1 reactie(s)

    Versie 8

    pree
    (de ~ (m.), ~s)

    zakgeld

    zie ook zondag

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een frank voor zijne pree” Rutten (1890) (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door stevendv op 09 Apr 2018 20:11
    1 reactie(s)

    Versie 7

    pree
    (de ~ (v.), ~s)

    zakgeld

    zie ook zondag

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een frank voor zijne pree” Rutten (1890) (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Dec 2017 18:13
    1 reactie(s)

    Versie 6

    pree
    (de ~ (v.), ~s)

    zakgeld

    zie ook zondag

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een fr. voor zijne pree” Rutten (1890) (WNT)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 21 Aug 2014 18:36
    1 reactie(s)

    Versie 5

    pree
    (de ~ (v.), ~s)

    zakgeld

    zie ook pré, zondag

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een fr. voor zijne pree” Rutten (1890) (WNT)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 21 Aug 2014 18:31
    1 reactie(s)

    Versie 4

    pree
    (de ~ (v.), ~s)

    zakgeld

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.
    “Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een’ fr. voor zijne pree” Rutten (1890) (WNT)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 Apr 2011 15:59
    1 reactie(s)

    Versie 3

    pree
    (de ~ (v.), ~?)

    zakgeld

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Grytolle op 09 Mar 2008 22:00
    1 reactie(s)

    Versie 2

    pree
    (de ~)

    zakgeld

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Grytolle op 22 Dec 2007 23:34
    1 reactie(s)

    Versie 1

    pree

    zakgeld

    Karel krijgt al 2 euro pree per week.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door aliekens op 01 Oct 2007 12:22
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.