schoeffelen

schoeffelen

(ww., schoeffelde, geschoeffeld)

Het op enthousiaste wijze tot zich nemen van voedsel in combinatie met drank naar keuze (bij voorkeur Zeunt) tot een zeker niveau van verzadiging bereikt is.
Jaarlijks wordt er ook een schoeffelkoning gekroond aan het eind van een decadent (vr)eetfestijn, ook wel gekend als “de Zeuntse schoeffelfeesten”.
Zeer plaatselijk gebruik door een select deelnemersveld, de schoeffelkoning moet elk jaar opnieuw voor zijn kroon “strijden” op het strijdtoneel van de feesttafel.

Van Dale 2014 online: schoffelen, gewestelijk, op andermans kosten teren, gulzig eten of drinken voor een anders rekening

584

schoeffelen is een samenvoeging

Het woord schoeffelen is een samenvoeging van de woorden schransen en boeffen.
De nederlandse taal heeft er de afleiding “schoeffelen” van gemaakt.
Schransen wijst op uitgebreid en veel eten. Boeffen wijst op het meer eten dan het lichamelijk gestel en de maaginhoud in feite aankan.
Het schoeffelen doet zich voor wanneer je kan spreken van schransen en boeffen, maar dan enkel wanneer dit zich in een groep voordoet.
In de Antwerpse kempen vindt een authentieke folkore plaats waar een groep mensen eenmaal per jaar schoeffelen. Deze folkore heet de zeuntse schoeffelfeesten.
Het klopt dat de koning jaarlijks voor zijn troon moet strijden. Als een schoeffelkoning een decennium lang schoeffelkoning is, dan wordt deze gekroond tot ere-schoeffelkoning. Deze koning wordt dan uitbundig gevierd.

schoeffelen-schoffelen

schoffelaar znw

boeffen?

Is geen “Vlaams” of Nederlands, maar Nederfranglais, afgeleid van het Franse bouffer. Ontstaan door franstalige overheersing in het belgisch leger.

Overigens komt schoeffelen gewoon van schoffelen. Niet meer, niet minder.

Klopt! Schoeffelen komt van schoffelen. Boefen komt van bouffer. Dat staat er toch bij?
Ik wens u smakelijke feestdagen, maar zie dat ge uw eigen niet overboeft :)