Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    pollepel

    Dit is slechts 1 definitie voor "pollepel." Bekijk alle definities.

    pollepel
    (de ~ (m.), ~s)

    opscheplepel, niet gelijk aan het gebruik van ‘pollepel’ in het AN.

    Van Dale 2005:
    1.grote (houten) keukenlepel met vrij lange steel voor het roeren of dooreenstampen van spijzen
    2.hoeveelheid die een pollepel kan bevatten
    3.(niet algemeen, algemeen Belgisch-Nederlands) soeplepel

    DS2015 opscheplepel, soeplepel: standaardtaal

    Ladle

    zie ook soeplepel, houten lepel

    Soep schepte op me ne pollepel.

    10 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Diederik en laatst gewijzigd door nthn (08 Aug 2021 12:17)
    Dit woord was woord van de dag op 29 Mar 2011

    👍
    701

    Reacties

    ok, wij hebben op school altijd geleerd dat ne pollepel alleen diejen houte lepel is…

    Toegevoegd door Diederik op 25 Mar 2008 13:45

    lidwoord

    Het valt mij op dat het bepaald lidwoord bij “pollepel” ‘dem’ is: “dem pollepel”, maar dat het onbepaald lidwoord hierbij ‘ne’ is: “ne pollepel” (zie voorbeeld). Kan Diederik dit bevestigen? Is dit voor alle substantieven beginnend met een labiaal (p, b): bv. dem boer, ne boer?

    Toegevoegd door petrik op 25 Mar 2008 18:50

    Mijn vriendin heeft eens een klein onderzoek gemaakt, dit ging echter alleen maar over de uitspraak van “nen”, dus niet ook over die van “den”.

    Ik zal proberen te onthouden dat te vinden en zijn resultaat posten wanneer ik thuis kom.

    Misschien is dit eerder een onderwerp voor het forum? Reacties zijn altijd zo onhandig te volgen, vanwege die (te) korte lijst.

    Toegevoegd door Grytolle op 25 Mar 2008 21:00

    uh? in Antwerpen/Brabant krijgen “ne” en “de” (bij man. woorden) een n toegevoegd als het volgende woord begint met b, t, d of ne klinker (of h, maar die spreke wij hier niet uit:))

    dus:
    nen boer, den boer.
    nen tand, den tand (taand)
    nen dikke, den dikke
    nen emmer, den emmer (ieëmer)

    maar:
    de pollepel, ne pollepel want beginnend met P
    ne klinker, de klinker want beginnend met K
    ETC

    als ne verandert in nen, is het ook altijd den ipv de

    dus van “DEM pollepel” zoals u schrijft heb ik nog nooit gehoord!
    het is
    DE pollepel, NE pollepel
    DEM/DEN boer, NEN/NEM boer (en dus ook niet ne boer zoals u schrijft)

    dit geldt in ieder geval voor het gehele Brabantse taalgebied.

    Toegevoegd door Diederik op 25 Mar 2008 21:00

    In navolging van dat onderzoekje, vroeg ik om de resultaten te controlleren aan een Brabander uit Nederland, en hij beweerde de n in “nen” uit te spreken in meer gevallen dan verwacht.

    Indien de n wel wordt uitgesproken voor een b, p of m, dan wordt ze een m.

    Toegevoegd door Grytolle op 25 Mar 2008 21:32

    [n?n] voor b, d, t, h, en klinkers

    Toegevoegd door Grytolle op 26 Mar 2008 14:44

    ok, het enigste verschil hier is dan de P, ik ben tot nogtoe echter nog nooit iemand tegengekomen die nen pot of den pollepel zei:) maar over Nederlands brabant kan ik uiteraard niet zoveel zeggen

    Toegevoegd door Diederik op 26 Mar 2008 15:40

    In den laatsten post ben ik vergeten te schrijven dat het een m wordt voor b, maar dat wisten jullie al.

    Ik zag vandaag trouwens den naam “Van De Velde”, wat me verbaasde, omdat het eigenlijk “Van Den Velde” hoorde te zijn (het is toch een het-woord) – maar het steunt zeker mijn bewering dat het “de” bij mannelijke woorden eigenlijk een geassimileerd “den” is.

    Verder moet zowel “nen” als “ne” van “enen” zijn gekomen – want “ene” hoorde bij vrouwelijke woorden. Schema:
    mannelijk
    1: een, de
    2: eens, des
    3: enen, den
    4: enen, den

    vrouwelijk
    1: ene, de
    2: ener, der
    3: ener, der
    4: ene, de

    (en zonder belang voor dit onderwerp:
    onzijdig
    1: een, het
    2: eens, des
    3: enen, den
    4: een, het

    meervoud mannelijk/onzijdig
    1: de
    2: der
    3: den
    4: de

    meervoud vrouwelijk
    1: de
    2: der
    3: den/der
    4: de)

    Ik zit te wachten op mijn tentamen te mogen schrijven, en verveel me een beetje; daarom deze lange lijst der voornaamwoorden.

    Toegevoegd door Grytolle op 26 Mar 2008 18:46

    dem

    Sorry Diederik, mijn reactie i.v.m. “dem pollepel” was het gevolg van een fout in versie 2 van het lemma (pollepel (dem)). Die is intussen verbeterd, zie ik.
    Nog in verband met “pollepel”: vreemd hoe standaardtaal en dialect zich tot elkaar kunnen verhouden …

    NL: pollepel → VL: houten lepel (ook: potlepel)
    VL: pollepel → NL: soeplepel
    VL: soeplepel → NL: eetlepel

    Toegevoegd door petrik op 28 Mar 2008 02:06

    pollepel

    In het Brugse:
    pollepel:opscheplepel
    potlepel: houten lepel

    Toegevoegd door Flipper op 28 Mar 2008 16:06

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.