Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    kriepen

    De beschrijving van deze term werd 8 keer aangepast.

    Versie 8

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, knarsende, piepende geluiden maken

    vnw: kraken, knarsen, knerpen, piepen

    < Middelnederlands criepen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: kriepen: Vermoedelijk een klanknabootsend woord; het wordt inzonderheid in Vlaanderen gebruikt.
    1) Benaming voor verschillende piepende geluiden, door dieren en zaken voortgebracht.
    2) Van menschen: klagen, kreunen, b.v. uit kleinmoedigheid of vreesachtigheid, of als gevolg van een gevoel van onwelheid.

    Ik (hoore) maar het kreunen meer, en ’t kriepen, van de musschen, Gezelle, Winterstilte

    De sneeuw kriepte onder de schoenzolen. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    De merels … kriepten eerst wat uit leute,

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    > andere betekenissen van kriepen

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 21 Jun 2023 10:12
    0 reactie(s)

    Versie 7

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, knarsende, piepende geluiden maken

    < Middelnederlands criepen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: kriepen: Vermoedelijk een klanknabootsend woord; het wordt inzonderheid in Vlaanderen gebruikt.
    1) Benaming voor verschillende piepende geluiden, door dieren en zaken voortgebracht.
    2) Van menschen: klagen, kreunen, b.v. uit kleinmoedigheid of vreesachtigheid, of als gevolg van een gevoel van onwelheid.

    Ik (hoore) maar het kreunen meer, en ’t kriepen, van de musschen, Gezelle, Winterstilte

    De sneeuw kriepte onder de schoenzolen. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    De merels … kriepten eerst wat uit leute,

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    > andere betekenissen van kriepen

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Jan 2019 00:27
    0 reactie(s)

    Versie 6

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, knarsende, piepende geluiden maken

    < Middelnederlands criepen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: kriepen: Vermoedelijk een klanknabootsend woord; het wordt inzonderheid in Vlaanderen gebruikt.
    1) Benaming voor verschillende piepende geluiden, door dieren en zaken voortgebracht.
    2) Van menschen: klagen, kreunen, b.v. uit kleinmoedigheid of vreesachtigheid, of als gevolg van een gevoel van onwelheid.

    Ik (hoore) maar het kreunen meer, en ’t kriepen, van de musschen, Gezelle, Winterstilte

    De sneeuw kriepte onder de schoenzolen. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    De merels … kriepten eerst wat uit leute,

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Oct 2018 17:45
    0 reactie(s)

    Versie 5

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, knarsende, piepende geluiden maken

    < Mnl. criepen

    WNT: kriepen: Vermoedelijk een klanknabootsend woord; het wordt inzonderheid in Vlaanderen gebruikt.
    1) Benaming voor verschillende piepende geluiden, door dieren en zaken voortgebracht.
    2) Van menschen: klagen, kreunen, b.v. uit kleinmoedigheid of vreesachtigheid, of als gevolg van een gevoel van onwelheid.

    Ik (hoore) maar het kreunen meer, en ’t kriepen, van de musschen, Gezelle, Winterstilte

    De sneeuw kriepte onder de schoenzolen. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    De merels … kriepten eerst wat uit leute,

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Dec 2016 05:48
    0 reactie(s)

    Versie 4

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, piepende geluiden maken, kraken

    < Mnl. criepen

    WNT: kriepen: Vermoedelijk een klanknabootsend woord; het wordt inzonderheid in Vlaanderen gebruikt.
    1) Benaming voor verschillende piepende geluiden, door dieren en zaken voortgebracht.
    2) Van menschen: klagen, kreunen, b.v. uit kleinmoedigheid of vreesachtigheid, of als gevolg van een gevoel van onwelheid.

    Ik (hoore) maar het kreunen meer, en ’t kriepen, van de musschen, Gezelle, Winterstilte

    De sneeuw kriepte onder de schoenzolen. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    De merels … kriepten eerst wat uit leute,

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Dec 2016 05:40
    0 reactie(s)

    Versie 3

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, piepende geluiden maken, kraken

    < Mnl. criepen

    WNT: kriepen: Vermoedelijk een klanknabootsend woord; het wordt inzonderheid in Vlaanderen gebruikt.
    1) Benaming voor verschillende piepende geluiden, door dieren en zaken voortgebracht.
    2) Van menschen: klagen, kreunen, b.v. uit kleinmoedigheid of vreesachtigheid, of als gevolg van een gevoel van onwelheid.

    Ik (hoore) maar het kreunen meer, en ’t kriepen, van de musschen, Gezelle, Winterstilte

    De sneeuw kriepte onder de schoenzolen. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    De merels … kriepten eerst wat uit leute,

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Dec 2016 05:39
    0 reactie(s)

    Versie 2

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, piepende geluiden maken

    Ik (hoore) maar het kreunen meer, en ’t kriepen, van de musschen, Gezelle, Winterstilte

    De sneeuw kriepte onder de schoenzolen. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    De merels … kriepten eerst wat uit leute,

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Dec 2016 12:37
    0 reactie(s)

    Versie 1

    kriepen
    (ww. kriepte, gekriept)

    knerpen, een knerpend geluid maken

    De deur van de kelderkamer kriepte open met een dwaze ruk.
    ´Witte!´ De Witte verroerde geen lid.
    ´Witte!´ riep zijn moeder nu veel harder. (Ernest Claes, De Witte)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 23 Dec 2016 20:49
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.