lutter

lutter

(bijv.nw. altijd predikatief)

weinig, gering
In de Kempen gebruikt in zinnen die meestal beginnen met “Het is…” of “Het was…”(verouderd)
Zie ook letter en luttelijk.

246

Luttel

Middelnederlandsch Woordenboek: luttel
Oudste attestatie: Limburg, 1200

Aangetroffen spelling:
Vormen met palatale vocaal: lettel (520x), littel (4x); met dissimilatie l- l-l > l-r: letter (6x); l-l > n-l: nettel (4x).
Vormen met geronde vocaal: lutil (1x), luttel (45x), l?ttel (3x), lvttel (1x); met dissimilatie: l-l > l-r: lutter (1x)

zie ook: http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/luttel

Spreiding:
Holland-West (2x) heeft beide malen littel; de enige vorm uit Holland-Oost is luttel;
Zeeland (2x) heeft weer de palatale variant: lettel, littel elk eenmaal;
Brabant-Noord (4x) heeft alle vier maal luttel; de Nederrijn (12x) heeft twaalfmaal de geronde vorm: lutil (1x), luttel (8x), l?ttel (3x);
In West-Vlaanderen (379x) werd vrijwel uitsluitend de palatale variant aangetroffen: lettel (372x), letter (3x), littel (1x), waarnaast slechts driemaal luttel;
Oost-Vlaanderen (120x) heeft lettel (114x), letter (2x), nettel (4x);
Brabant-West (46x) heeft lettel (32x) en letter (1x), vnl. in de literaire teksten, waarnaast luttel (12x) en lutter (1x) in het ambtelijk materiaal;
Brabant-Oost (5x) heeft lettel (1x, literair) en luttel (4x, ambtelijk);
Limburg (15x) heeft lottel (1x) en luttel (14x).