Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
normaliter, normalerwijs
geldt wanneer er niets bijzonders is of er tussenkomt
NL: normaal gesproken
Normaalgezien zullen we wel naar de receptie komen morgenavond.
NL/SN: hier naar toe
algemeen:
- VL: naar …
- NL: naar … toe
“De Belgische seksuologe Goedele Liekens komt naar hier om onze kinderen te redden. En hun toekomstige liefdesleven ook”, schrijft The Guardian. (deredactie.be)
SN/NL: jammer, helaas
- Excuseert madam, zoude mij ne keer kunnen zeggen waar dat de Kerkstraat hier ievers is?
- Sorry meneer, daar gaan ’kik u spijtig genoeg nie mee kunnen helpen, ’k zijn nie van alhier!
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
blokken
botten
bottinen
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
combiné
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
fuck-me-botjes
gilet
golf
gordel
hemd
kap
kaptrui
kaspoesjeir
kepie
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
kloef
kloon
knop
kostuum
kousen
kousenbroek
k-way
lits
maillot
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderhemd
onderlijfke
onderpull
overal
palto
pantoffels
pelse frak
pitteleir
plastron
pots
pression
pull
regenscherm
rijkoord
sacoche
salopette
short
sjerp
skibot
sletsen
sloefen
sous-pull
swieter
tailleur
tallon
tenue
tiret
vellen frak
vest
veston
voorschoot
vriezebroek
zot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
tailleren
varia:
afgeborsteld
avondkledij
coupe regentes
droogkast
droogkuis
gele hesjes
hiel
kapstok
mottenbol
okselvijver
smink
solden
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
frak, amaai mijne ~
Jean met de klak
kiekens, de ~ zitten door den draad
klak, amai mijn ~
klak, er met de ~ naar gooien
kleedje, in een nieuw ~ steken
klonen, de ~ van iets aanhebben
kroon, de ~ ontbloten
met de klak rondgaan
nestel, zijnen ~ afdraaien
sloef, op zijn ~en afkomen
uit een doosje komen
voorschoot, een ~ groot
> andere betekenis van kledij
NL: hemd
meestal in verkleinvorm: onderhemdje(n), onderhemmeke(n)
zie ook verzamellemma kledij
Onder uw hemd draagt ge best nog een onderhemdje.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.