Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    miek
    (o.v.t. van maken)

    o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”

    ik, hij, zij miek – gij miekt
    wij, gelle, zij, zun mieken;
    v.d.: gemaakt

    Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
    Het hageld’, ’t sneeuwde, het miek er zo koud, de rijm lag op de daken. (uit bekend kerstliedje: Maria die soude naer Bethlehem gaen)

    Zwerte Fles heette die en wo ze gegaan had mieke wij overal kruiskens omdat de mense toch do nie zoude gaan. (volksverhalenbank.be, Leuven, 1964)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Sep 2021 22:04
    10 reactie(s)

    banger
    (de ~ (m.), -s)

    samentrekking van behanger

    Door het wegvallen van de ‘h’ in de Vlaamse uitspraak, en vervolgens het wegvallen van de doffe e in de samengang e-a, wordt ‘behangen’ uitgesproken als ‘bangen’. Zo wordt ‘behanger’ uitgesproken als ‘banger’, ‘behangpapier’ als ‘bangpapier’, enz.

    uitspraak in Antwerpen: klik hier

    Wallpapering Cologne

    Vroeger ging het beroep van ‘banger’ samen met dat van schilder. Ge kont dan ook verf naast ‘bangpapier’ kopen in een ‘bangerswinkel’.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Sep 2021 12:20
    0 reactie(s)

    banger
    (de ~ (m.), -s)

    samentrekking van behanger

    uitspraak in Antwerpen: klik hier

    Wallpapering Cologne

    Vroeger ging het beroep van ‘banger’ samen met dat van schilder. Ge kont dan ook verf naast ‘bangpapier’ kopen in een ‘bangerswinkel’.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Sep 2021 12:16
    0 reactie(s)

    zijn bobijn is af
    (zegswijze)

    zie bobijn, mijn ~ is af

    Ie moet een poar euren gon slapen want zun bobbinne is of.
    (Hij moet een paar uur gaan slapen want er zit geen fut meer in.)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Sep 2021 12:14
    0 reactie(s)

    djakeloos
    (bn.)

    zeer vermoeid, op het einde van de krachten.

    < Woordenboek der Nederlandsche Taal: bnw. en bijw. Mnl. jakeloos, westvlaams djakeloos, tsakeloos De Bo (1873).
    — Jakeloos loopen (draven, schooien, rondwandelen), moedeloos, troosteloos, verslagen, of iets derg.
    “Een man zonder wijf die moet jaqueloos schoyen”, Eduard De Dene, Testament Rhetorical (1561)

    zie ook djakke, bobijn, mijn ~ is af

    Van dat namiddagje shoppen ben ik djakeloos gelopen.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 10 Sep 2021 12:14
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.