Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een keel (ook: kiel) is veeleer een korte “stoffrak”, in een gelijkaardige soort katoen, meestal grijs of blauw; naast de “sluitingsloze” versie is er ook een veelvoorkomende variant met knopen: een werkvest.
had in de zak van zijnen keel altijd een bollekes zakdoek.Een keel (ook: kiel) is veeleer een korte “stoffrak”, in een gelijkaardige soort katoen, meestal grijs of blauw; naast de “sluitingsloze” versie is er ook een veelvoorkomende variant met knopen: een werkvest.
Nonkeltje had in de zak van zijnen keel altijd een bollekes zakdoek.
colbert
(1685) ontleend aan Frans: une veste
Voor mijn werk was het iedere dag met vest en plastron.
Mijn vest, ik heb ze aan de kapstok gehangen.
blikvoeding, voorverpakte vaccuümgerechten
Dit voedsel moet enkel maar opgewarmd worden, van koken is geen sprake.
Mijne pa is alleenstaande nu en zijn ijskast ligt geregeld vol met luiwijveneten.
Ondanks al die culinaire programma’s op televies zijn er in de winkel veel mensen die het luiwijveneten, bereid door die tv-koks, kopen.
tomatenroomsoep
uitspraak: luij waave zop
Wat eten we vandaag zoeteke? Toch weer geen luiwijvensoep zekerst.
Garçon, er zit luiwijvensoep in mijn vlieg…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.