Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
leeg drinken
Ze heeft haar glas weeral uit, wat een dorst dat die had.
iemand die astrant is, brutaal, zonder schroom, vrijpostig
Seg astranterik, gij gaat die kamer zomaar binnen zonder te kloppen.
Mijn vriendin kan soms den astranterik uithangen, zeker als ze een paar glazen wijn uit heeft.
Zet es n schèfke oep – zet eens een schoon of een goed liedje op
Zet eens een schijfke op want dit is maar boenkmuziek.
uw plicht doen, verantwoordelijkheid tonen
Als ge elke dag een goei daad doe, dan hebt ge uw devoeëre gedaan.
Artsen doen hun devoeëre; ze helpen patiënten te genezen.
Ge hebt uw devoeëre gedaan, nu kan niemand de schuld op u steken.
zakdoek, tesdoek, neusdoek
Ik heb een snotvalling, maar genen tessendoek :-(
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.