Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    gerief
    (het ~ (o.), geen mv.)

    1. gereedschap, uitrusting, gerei, spullen
    huisgerief, kookgerief, keukengerief, knutselgerief, kuisgerief, naaigerief, scheergerief, schildergerief, schoolgerief, schrijfgerief, slaapgerief, tekengerief, toiletgerief, tuingerief, visgerief, zwemgerief,…

    2. mannelijke geslachtsdelen

    VD online: gerief: (1376-1400 ‘genot, voordeel, winst’)
    etymologie onzeker, wel te verbinden met Middelnederlands r?ve (mild, overvloedig)
    > BE be­no­digd­he­den: ge­rei
    ook als twee­de lid in sa­men­stel­lin­gen als de vol­gen­de, waar­in het eer­ste lid een han­de­ling of een werk­ter­rein noemt:
    bakgerief, borduurgerief, bouwgerief, douchegerief, hengelgerief, kampeergerief, klimgerief, naaigerief, rookgerief, voetbalgerief, werkgerief, zitgerief

    1. Ik zal mijn gerief pakken om uwen band te plakken.
    Doet dat computergerief eens van de tafel af, we gaan eten.

    2. Zijn broek spant zodanig dat je duidelijk zijn gerief ziet zitten.
    Goed gerief moet onder een afdak hangen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 13 Dec 2015 03:00
    12 reactie(s)

    hedde
    (enclise)

    In de varianten van het Vlaams waar de gij/ge/-persoon wordt gebruikt,versmelt in zinnen met inversie de gij/ge/-vorm met de persoonsvorm van het werkwoord. Dit verschijnsel noemt men enclise.
    Het is typisch voor het informeel gesproken taalgebruik in de Antwerps-Brabantse dialecten. Het komt echter ook voor in andere gebieden.

    - “Hedde – of hebde – dat al gedaan?” (enclise van “Hebt ge”)
    - “Gade mee?” (enclise van “Gaat ge?”)
    - “Kunde mij helpen?” (enclise van “Kunt ge?”)
    - “Zijde braaf geweest?” (enclise van “Zijt ge?”)
    - “Hedde schoon gespeeld?” (enclise van “hebt ge”)

    In bovenstaande zinnen is het niet duidelijk of het om een tweede persoon enkelvoud of meervoud gaat. Mede daarom treedt er ook een verdubbeling op van de ge/gij/-vorm, of voegt men gijlie/gelle/golle toe om de tweede persoon meervoud aan te duiden.

    Bijvoorbeeld:
    - “Hedde gij dat al gedaan?”
    - “Gade gij mee?”
    - “Kunde gij mij helpen?”
    - “Zijde gij braaf geweest?”
    - “Hedde gelle schoon gespeeld?”

    Een andere reden voor deze verdubbeling of toevoeging kan zijn dat men de klemtoon legt op de gij-vorm om een onderscheid met iemand anders duidelijk te maken:

    - Kunde gij me helpen, want hij daar kan het niet.
    - Hedde gij vijf minuten voor mij, want de Jan is te druk bezig.
    - Neemde gijlie mij mee, want mijn maten zijn al weg.

    “Na die trappen tot op ’t 7de hedde geen goesting meer voor tv te zien of eten te maken zenne”.(facebook)

    En hedde gij meubelen,
    En hedde gij huisgerief,
    Dan kunde gij trouwen met uw lief,
    Gij ouwe zot! En hedde gij meubelen,
    En hedde gij huisgerief,
    Dan kunde gij trouwen met uw lief! (studentenlied)

    Hela Jean, komde?

    Ze zei: “hedde gijlie onze kater niet gezien, die is gisteravond niet naar huis gekomen”. (forum politics)

    Een bruin brood, brengde dat eens mee voor mij?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 13 Dec 2015 02:53
    15 reactie(s)

    west, weest
    (ww., onbep. wijs)

    gaan
    west of weest + infinitief

    SN/NL: wezen

    VD online: al­leen on­be­paal­de wijs; in vol­tooi­de tij­den wordt ‘zijn’ (met de waar­de van ‘geweest’) in com­bi­na­tie met een in­fi­ni­tief zon­der ‘te’, ver­van­gen door ‘wezen’ (met de­zelf­de waar­de)
    gaan
    > wij zijn daar we­zen kij­ken
    > ik ben eens we­zen luis­te­ren

    Hij is west wandelen met den hond.

    Wij zijn west shoppen voor Kerstmis en daarna zijn we weest gaan eten.

    Wat zijt ge west doen?

    Zij is weest stappen met vriendinnen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 13 Dec 2015 02:34
    0 reactie(s)

    west, weest
    (ww., onbep. wijs)

    gaan

    SN/NL: wezen

    VD online: al­leen on­be­paal­de wijs; in vol­tooi­de tij­den wordt ‘zijn’ (met de waar­de van ‘geweest’) in com­bi­na­tie met een in­fi­ni­tief zon­der ‘te’, ver­van­gen door ‘wezen’ (met de­zelf­de waar­de)
    gaan
    > wij zijn daar we­zen kij­ken
    > ik ben eens we­zen luis­te­ren

    Hij is west wandelen met den hond.

    Wij zijn west shoppen voor Kerstmis.

    Wat zijt ge west doen?

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 13 Dec 2015 02:24
    0 reactie(s)

    duvelen
    (ww., duvelde, geduveld)

    uitgaan op duvel, enkel duvel drinken als men een stapke in de wereld gaat zetten

    De Sus is weer gaan duvelen. Het zal er straks weer goed tegen zitten met zijn Marie.

    - Wat hebt gij gedronken?
    - Ik ben west duvelen…

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 13 Dec 2015 02:16
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.