Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) er is iets gaande, er gaat iets gebeuren, iets is nog niet gedaan, het is nog niet voorbij
2) in beweging zijn
zie ook wiggel, in de ~ houden, wiggeling, in de ~ zijn, wiggel, iem. aan de ~ houden, wiggelen, wiggel, in de ~ houden
WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewest.
> In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
> (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
> In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.
1) Van die terreur zijn we nog niet van af, er is nog altijd iet in de wiggel.
2) Hebt ge het wasmachien aangezet? Het is precies niet in de wiggel.
1) er is iets gaande, er gaat iets gebeuren
2) in beweging zijn
zie ook wiggel, in de ~ houden, wiggeling, in de ~ zijn, wiggel, iem. aan de ~ houden, wiggelen, wiggel, in de ~ houden
WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewest.
> In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
> (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
> In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.
1) Van die terreur zijn we nog niet van af, er is nog altijd iet in de wiggel.
2) Hebt ge het wasmachien aangezet? Het is precies niet in de wiggel.
in de circulatie zijn, erbij horen, actief zijn
zie ook wiggel, in de ~ houden, wiggel, iem. aan de ~ houden, wiggelen, wiggel, in de ~ houden
WNT: Wiggeling:
> (Eig.) Heen en weer gaande, schommelende beweging.
> (Fig.) Weifeling, aarzeling. Buiten de litt. aanh. alleen nog gewest. in Vl.-Belgiƫ.
- Ons vader was toen nog in de wiggeling, later heeft hij het daar nooit meer over gehad.
- H.:" Drie, vier dagen afwas steek ik in de vaatwasser."
J.:" Ik heb ook veel gerief, maar het is niet in de wiggel."
iemand bezig houden
zie ook: wiggel, in de ~ houden, wiggeling, in de ~ zijn, wiggelen, wiggel, in de ~ houden
WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewest.
> In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
> (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
> In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.
Ons dochterke van 11 maanden houdt ons van ’s morgens tot ’s avonds aan de wiggel.
er is iets gaande, er gaat iets gebeuren
zie ook wiggel, in de ~ houden, wiggeling, in de ~ zijn, wiggel, iem. aan de ~ houden, wiggelen, wiggel, in de ~ houden
WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewest.
> In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
> (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
> In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.
Van die terreur zijn we nog niet van af, er is nog altijd iet in de wiggel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.