Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    schavak
    (de ~, (m.), ~ken)

    een denkbeeldige schuchtere vogel met drie poten die heel snel kan zijn en meestal in de winter, als het sneeuwt, tevoorschijn komt

    zie ook schavakken vangen

    WNT: schavak > schavuit: nachtuil

    “Ik heb schavakken bij me bij
    en ‘k leur der mee,
    ik heb er ne reutepeuter
    in m’n bovenzakje.
    Ik heb er ne floe, floe, floe
    af en toe, toe, toe
    en ne slusterbubbel
    in mijn kazakje!”

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 12 Feb 2016 04:16
    6 reactie(s)

    schavakken vangen
    (uitdr.)

    een denkbeeldige vogel met drie poten die zeer rap kan zijn gaan vangen

    > een uitvlucht die meestal wordt gebruikt tegen om iemand voor de zot te houden door hem naar een bos of een eenzame plek te lokken met de bedoeling hem zo lang mogelijk te laten wachten op iets wat niet bestaat

    WNT: schavuiten vangen (te Antw.: schavakken vangen)
    schavuit: nachtuil
    tekst en uitleg zie ook bij reacties schavak

    Dit jaar hebben we nog geen schavakken kunnen vangen.

    Het heeft niet gesneeuwd dit jaar, dus heeft er niemand schavakken kunnen vangen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 12 Feb 2016 04:07
    0 reactie(s)

    schavakken vangen
    (uitdr.)

    een denkbeeldige vogel met drie poten die zeer rap kan zijn gaan vangen

    > wordt meestal gezegd tegen iemand om hem voor de zot te houden

    tekst en uitleg zie reacties bij schavak

    Dit jaar hebben we nog geen schavakken kunnen vangen.

    Het heeft niet gesneeuwd dit jaar, dus we hebben geen schavakken kunnen vangen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 12 Feb 2016 03:58
    0 reactie(s)

    schavak
    (de ~ (m.), ~ken)

    hondendrol

    WNT: Homp, brok. In Zuid-Ndl.
    - Douë es in hiël schavak van de gracht afgekalfd.
    - Hijen heet hum douë in lillike schavak van zijne vinger afgekapt, Tuerlincx
    - Hij snee’ me daar ’en schavak van ’t brood, wel twee vingeren dik, Corn.-Vervl.

    Zie uit waar ge trapt. Daar ligt ne schavak.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door fansy op 12 Feb 2016 03:42
    0 reactie(s)

    schavak
    (de ~, (v.), ~ken)

    1) schaafwonde, op het lichaam
    2) schaafplek, op materiële zaken

    SN: schaafvlak

    zie ook plakkaat

    1) Ik was op de dals van de koer gevallen en er was een heel schavak van mijn knie. “Da’s niks,” zei de non, “dat lapt zijn eigen”.

    2) Die schavak op de voordeur wordt straks bijgewerkt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 12 Feb 2016 03:33
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.