Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
fles met hoestsiroop
Als ge zo hard moet hoesten, neem dan toch een lepel van de hoestfles. Dan is dat zo over.
De hoestfles is bekan leeg, ik zal een vesse moeten gaan halen.
vers, nieuw, ander
Gaat eens een vesse fles cola halen, hier zijn de broebels uit.
Vesse platte kaas met bruine suiker op de boterham.
Doe maar open, dat is een ves pak chocolade. Ves van de winkel gaan halen.
bijzonder onhandig zijn, vooral maar niet alleen in de keuken
ook in Antw. Kempen
De zoon was al 36 toen hij voor de eerste keer alleen ging wonen, maar het heeft niet lang geduurd: hij kon niet voor zichzelf zorgen, hij liet zelfs het water aanbranden!
Met hem was niets aan te vangen tijdens de kooklessen: hij droogde de afwasborstel af met de keukenhanddoek, was vies van de aarde aan de wortels en had nog nooit een gasfornuis aangestoken. De andere leerlingen grapten dat hij ook water had laten aanbranden.
valies met uitschuifbaar handvat die men achter zich trekt (trolley)
“Ik vlieg vaak en heb altijd 2 stukken handbagage: 1 kleine trekvalies en 1 laptoptas.” (9lives.be)
“De boekentas (type trekvalies) stond waarschijnlijk open, omdat er een extra koek in zat wegens de extra opvang, en Thomas is hem …” (9maand.be)
Verkeerd slikken waardoor voedsel, drank of speeksel in het verkeerde keelgat terecht komt, zodat men moet hoesten, als gevolg van rap en raweuns eten of drinken, of door te lachen. Soms ook: zich pijn en een benauwd gevoel bezorgen door iets in te slikken dat in de keel blijft steken. Dikwijls met een bep. met aan of in.
zie ook verslikken, zijn eigen ~, sloeken, geslokken, versjloeke
WNT: onz. zw.ww. (in Antw. ook st. ww). Van slikken met ver~.
Onz. Na de 17de e. alleen nog in Vl.-Belgiƫ aangetroffen.
- ’Ten is noch Hengel-roe, noch Visscher die ’tbeschickt, ’Tbedrogh is in het aes daer ’tVisken aen verslickt, huygens, Ged. 6, 162 (1657).
- Hij verslikte aan een beetje brood, de bo (1873).
Hij verslikte aan de opgewondene haast waarin hij opliep en ze gingen beiden geweldig aan ’t hoesten, stijn streuvels, Dagen 16 (1902)
De jongens verslikten van ’t lachen, stijn streuvels, Lentelev. 89 (1899).
Ze versloekte in haar speeksel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.