Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
voortdurend met het achterwerk over het zadel van een fiets schuiven omdat de fiets te groot is of het zadel te hoog staat
Kom manneke, ik zal je zadel wat laten zakken, dan moet je zo niet boteren. Dan kun je ook beter aan de trappers!
> andere betekenis van boteren
boter maken
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Boteren: Meest altijd met verzwijging van het voorwerp (melk), absoluut. Boter uit de melk karnen. Thans alleen in de Zuidelijke gewesten.
Boteren, oft boterstooten, kernen: Beurratter, battre le beurre, Plantijn (1573).
Zeg aan Trien dat zij kome boteren, Conscience (ed. 1869).
Mijn overgrootmoeder boterde nagenoeg elke dag en verkocht haar boter op de markt. Daarvoor moest ze wel van Achter-Olen (St.-Jozef-Olen) naar Herentals stappen.
tongriem
Bij eksters wordt al eens de vaam ingeknipt om ze te leren spreken.
Van iemand die goed van de tongriem gesneden is, zegt hem: die zijne vaam hoeft niet gesneden!
> andere betekenis van vaam
Er hangt een vaam los aan mijn kleed.
> andere betekenis van vaam
stevig touw dat voornamelijk werd gebruikt om rond de kop van een rund te doen om het te begeleiden of vast te binden in de stal.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: vuim: znw. vr., mv niet aangetroffen:
Dikke draad of koord; ook: oogstwagentouw. In Brabant ook: touw waarmee men den putemmer in den put neerlaat, puttouw. Nevenvorm van vadem, Landbouwbedr. West-Brabant (1962)
Een vuim was ongeveer een pink dik en hield het midden tussen een (dunnere) koord en een (dikker) zeel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.