Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    zulle
    (de ~, vrouw.zelfst. nw. geen mv.)

    - handelsfonds, ook wel cliëntele genoemd
    - goodwill

    Het is de waarde die men verwerft door jarenlang een klantenbestand op te bouwen met een zaak of winkel.
    Het aantal mensen die regelmatig de drempel/dorpel (zulle) passeren en een aankoop verrichten krijgen zo een waarde.

    zille, voor de ~ betalen

    Hoeveel heb je gekregen voor de zulle?

    “Die winkel is vier duizend frank meer verkocht voor de zulle”, De Bo (1873)

    “’n Goe zulle, ’n goe kalandyze”, Verz. Gezelle (voor 1899).

    > andere betekenis van zulle

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 May 2020 19:43
    1 reactie(s)

    zulle
    (tussenwerpsel)

    hoor, hè, toch, wat denkt ge wel, …

    bevestigend stopwoordje, ook gebruikt als bekrachting van een mededeling

    Etymologie: Ontstaan uit ‘zullen’ met enclitisch gij: zult gi > zuldi > zulde > zulle (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    zie ook
    Antwerpen: zenne, zene, ze
    Antwerpse Kempen: zalla, zalle, za, zenne, zeulle, zulle, zolle
    Hageland zonne of zolle
    West-Vlaams: wi

    - Ik zal u nog wel hebben, zulle!

    - “zonder mij komt ge d’r niet, zulle” – uit ‘Zichemsche Novellen’, Ernest Claes, 1921

    - Ge moet nie peinzen dagge da moogt doen, zulle.

    > andere betekenis van zulle

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 May 2020 19:43
    14 reactie(s)

    liggen, iemand ~ hebben
    (uitdr.)

    iemand beetnemen, iemand een loer draaien, iemand op het verkeerde been zetten, iemand iets al dan niet gewild aandoen

    zie ook zitten, iemand ~ hebben

    Van Dale 1995: gew.
    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Hij heeft mij goed liggen. Ik moest hem komen afhalen van ’t school en toen ik daar aankwam was em al met de bus door.

    Nu heb ik u liggen, he. Ge dacht echt dat ik kwaad was? ’t Was maar om te lachen zenne.

    Nu hebben ze me goed liggen: een longontsteking met complicaties. Drie weken ziekenhuis, om te beginnen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 May 2020 19:39
    0 reactie(s)

    kuikenfors
    (de ~ (v.), geen mv.)

    de kracht van een kuiken, geringe kracht

    z. muggefors

    Met alle kuikenfors (dialect: keikefors) die ik in mij had, probeerde ik den deksel van de geleipot open te draaien.

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 08 May 2020 17:33
    0 reactie(s)

    gesmachien
    (znw. het ~, ~n)

    grasmachien, grasmaaier

    ook in de Kempen

    uitspraak met zware e

    zie ook ges: niet overal gebruikt, wel de dominante vorm

    Onze buurman heeft een nieuw gesmachine om zijn pelouze (gazon) af te rijden.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 May 2020 00:42
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.