Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
heftig spelen, ongeremd spelen
vd: 1. lawaai maken; 2. speels worstelen 3. stoeiend vrijen
De Vlaamse betekenis is veel ruimer: lopen, springen, vallen en heftig bewegen in het algemeen bij het spelen.
De klein mannen hebben heel de middag liggen ravotten in den hof, ze zullen goed slapen vannacht.
schertsend: de huwelijksplicht volbrengen
“Den Thomas heeft al ne resel klein mannen.”
“Die heeft zijn huiswerk goed gemaakt!”
reeks, resem
Ze zijn met drie koppels en ne riesel klein mannen naar de zoo geweest.
schommel
ook beize, bies, biezabijs, bijs, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, rietseko, sturrel, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier
De klein mannen zaten op den rijtak.
Zuid-Nederlands , sport-uitwedstrijd (bron mijnwoordenboek.nl)
(voorbeeld van een Vlaams woord dat in NL niet snel begrepen zou worden)
< Frans: match aller
“Heenwedstrijd is correct.
De Belgische term is intussen ook in Nederland bekend voor de eerste van twee wedstrijden (uit en thuis) die twee ploegen tegen elkaar spelen.” vrttaal.net
De burgemeester wijst er ook op dat een paar weken geleden de heenwedstrijd Algerije-Marokko is gespeeld en dat na die wedstrijd alles rustig is gebleven. (VRT journaal)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.