Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wortel
Moeresjtamppot weurdt mit moere, unne en aerpel gemak. Es-alles ein tiedje gekoak haet weurdt ’t mit ’ne sjtamper doorein gesjtamp.
Wortelenstamppot (stoemp) wordt met wortels, uien en aardappels gemaakt. Als alles een tijdje gekookt heeft wordt het met een stamper door elkaar gestampt.
dagziekenhuis, dagkliniek
afdeling van een ziekenhuis waar de patient niet overnacht. In het daghospitaal worden o.a. ingrepen en onderzoeken gedaan die niet in de polikliniek kunnen plaatsvinden, maar die geen hospitalisatie vereisen.
Een daghospitaal wordt nu ook ‘one day clinic’ genoemd.
modder
Leiestreek: moze
Zijn schoenen hingen vol moor.
waterketel, fluitketel
< moor, moer waterketel (Zuid-Nederland, Gelderland). Beeldspraak voor moor ‘iemand met donkere huid’, « lat. maurus ‘oorspronkelijk bewoner van Mauritanië, later ook elders wonend iemand.’. De ketel werd zwart van op het vuur te staan. (A. Weijnen)
De moor staat nog op de stoof.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.