Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
eerste examenperiode, of het slagen daarvan
Ik heb een eerste zit, en moet dus in de vakantie niks voor ’t school doen.
In de eerste zit heb ik niks gedaan, en nu zit ik te zwoegen voor mijn tweede zit.
examenperiode, zittijd, tijd waarin examens worden afgelegd
Fr. session
Als ge niet geslaagd zijt in de eerste zit, kunt ge nog altijd opnieuw proberen tijdens de tweede zit.
herexamen, herexamenperiode
tweede zit hebben: niet geslaagd zijn in de eerste examenperiode, moeten herkansen (Van Dale, zit 4)
Ik ga heel de zomer niks doen, tenzij ik tweede zit heb natuurlijk …
examenperiode, zit
Fr. session (d’examens)
taalunieversum.org:
zittijd
Synoniem voor examenperiode. Gemeenzaam ook wel afgekort tot ‘zit’, bv. ‘Ze heeft dit jaar opnieuw tweede zit.’
Nog 1 examen en dan zit deze zware zittijd erop.
een smoes, een uitvlucht, een ongeloofwaardige toedracht
ook: een uitleg als een andere
Door ne platten band te laat? Jaja, dat is nen uitleg gelijk nen andere. Overslapen zeker?
Dat ge van niks wist is nen uitleg gelijk nen andere. Ge hadt het kunnen weten en dan was er niks gebeurd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.