Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een dikke buik van veel bier te drinken
In Gent: tugzweere
zie ook: horecagezwel
Amai, je toogzweer is nog vermeerderd sedert ik je laatst zag!
iemand die graag in z’n luie stoel zit
ne plucheplakker, ne zetelklever
Tijdens de week ben ik ne zetelhanger en in ’t weekend nen tooghanger.
iamand die vaak of lang aan de bar zit, kroegloper
toogplakker
Als de Jef van Marie gedaan heeft met werken gaat hij recht naar de kroeg. Ik hoor Marie nog altijd zeggen dat ze nooit zou trouwen met nen tooghanger.
Van Dale
1 (in België; spreektaal) iem. die zich door een uitvlucht aan een onaangename verplichting onttrekt
zie ook: karotentrekker
Hij moest het gras afdoen maar had opeens pijn in zijn rug.
’t Is nen echte carottentrekker.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.