Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
non-nonnetje-zusters
Middelnederlands: ‘nonne’ (vgl. angelsaksisch ‘nunne’ of oudhoogduits ‘nunna’)
Tante Elodie, de tante van mijn pa, kan uren vertellen van haar jaren missie in Kinshasa. Elodie is een brave nunne.
gehaktbrood
Dikke Van Dale online:
vleeskoek
zelfstandig naamwoord; de (m); meervoud: vleeskoeken
(voorlopig toegevoegd in 2009)
vleesbrood
“GEVULDE GEHAKTKOEK / BELGISCHE VLEESKOEK. AlĂ© manneke, we kennen meer dan alleen frites maken. Wat heeft die Hollander nodig: 1000 gr Gehakt …” (internet)
gehaktbrood
Dikke Van Dale online:
vleeskoek
zelfstandig naamwoord; de (m); meervoud: vleeskoeken
(voorlopig toegevoegd in 2009)
vleesbrood
;
vleesbrood, grote bal opgewerkt gehakt die in de oven wordt gaar gebakken, kan zowel warm als koel (broodbeleg) gegeten worden
zie ook frikandon
Met de overschot van het gehakt hebben we een klein fricandonneke gemaakt.
(Bij de beenhouwer): Mag ik 4 schellekes fricandon?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.