Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
blootje, nakie
blekke, in uwe ~
Ik dee de deur ope en hij stond daar in zijne pure
(verouderd) in zijn blootje
in zijne pure, blekke, in uwe ~
De Paul moest bij meneer doktoor helemaal in zijne putjaar gaan staan.
een man met een ongenietbaar katakter
Van Dale:
ij·zer·vre·ter
zelfstandig naamwoord; de (m)
2. ruziezoeker, vechtersbaas, vechtjas, sabreur
Dat is toch geen sympathieke vent, zo een ijzervreter.
flauwekul, onzin
“nen hoeëp ijle verkoeëpen” (een hoop onzin verkopen)
< bn.ijl < samentrekking van ijdel
Vrouwen vinden dat mannen, als ze nog maar een simpele verkoudheid hebben, al zo nen hoop ijle kunnen verkopen, nog erger of ze zijn terminaal.
lenig
In Brecht “da’s ne zwakke”
ook in Antwerpen
In het Waasland
uitdrukking :
zo zwak als een zweep
Jongeren hebben toestelturnen op school, het zijn allemaal zwakken.
Jongeren hebben toestelturnen op school, het zijn allemaal zeer flexibele en soepele jongeren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.