Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
veel werk, veel te doen
> Fr: avoir du pain sur la planche
VD online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt
NL: brood op de plank hebben= voldoende middelen hebben; zware borsten hebben (vrouw)
Er ligt veel brood op de plank, we moeten dringend aan het werk.
(of champieter) champagne
ook champitter
Met de verjaardag van de vava hebben we veel sjampieter gedronken.
Men zegt in bepaalde milieu’s: “’Ik zitte met den bucht”; dat wilt zeggen: “Ik heb mijn maandstonden/”Ik ben ongesteld".
De dochter wou gaan zwemmen, maar moest afzeggen, ze zit met den bucht.
wordt gebruikt om “meerdere keren” aan te duiden.
dikwijlder is meer dan soms, maar minder dan dikwijls, tenzij dikwijls vooraf gaat in een vergelijkende zin.
Kempen: dikwijlser
pappa gaat dikwijlder met de fiets eropuit dan mamma.
mamma gaat dikwijls met de fiets naar de winkel, pappa maakt dikwijlder toerkes met de fiets.
vele keren
in Nederland en meestal ook in tussentaal: vaak
In de media hoort of leest men bekan nooit meer ‘dikwijls’. Een enkele keer staat het nog in de Gazet Van Antwerpen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.