Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
homo, lesbienne, of biseksueel
De tijden zijn veranderd, holebi’s hebben de dag van vandaag niet al te veel te klagen.
rubberen blaas
zie ook: boejot, boejote, stoopke
ook in Antwerpen, Antw. Kempen
Leiestreek: warmwaterpulle
In de winter neem ik een warmwaterblaas mee in bed en daar warm ik mijn voeten aan.
trots, hoogmoedig, eigen aanzien hoogschatten
hovaardig
< Mnl. hovaerdich, hoveerdich
Wat we zelf doen, doen we beter, zei den hoveerdigen burgervader, maar hij vergat aan zijn kinderen te denken.
hoogmoedig, fier, overmoedig, hoveerdig
< Mnl. hovaerdich, hoveerdich
In onze straat is een hoeveerig maddameke komen wonen.
vleier, zie olkruiper
Als holkruiper in de figuurlijke zin ‘vleier’ betekent, kan in de meer letterlijke zin van het woord ‘vlijen’ (zoals in ‘zich tegen iemand aanvlijen’) de uitdrukking ‘in iemand zijn hol kruipen’ verduidelijken.
‘Op de club kan hij ne goeie gast zijn, maar op den bureau met den baas is hij nen holkruiper.’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.